ARFID

Patiënteninformatie voor zowel volwassenen als kind & jeugd

door VGCt
6 minuten leestijd

Cognitieve gedragstherapie (CGT) leert je om anders tegen moeilijke situaties aan te kijken en om daar anders mee om te gaan. De therapie gaat over gedachtes en gedrag, ofwel denken en doen. De eerste stap is om de klacht in kaart te brengen. Daarna werk je met de therapeut samen om je doelen te bereiken. Je onderzoekt in welke mate je gedachtes en gedrag helpend zijn. Dat doe je door samen na te denken en vooral door dingen uit te proberen. Vaak blijkt dat de situatie niet zo negatief is als je denkt (verwacht), maar je moet het eerst ervaren om het te geloven. Door deze aanpak verminderen je klachten. Je wordt sterker, voelt je veiliger en hebt meer controle. De mensen om je heen zijn ook belangrijk in de therapie en worden waar mogelijk betrokken om verder te komen.

Wat is ARFID?

ARFID is een eetstoornis. De letters staan voor Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder (Vermijdende/Restrictieve Voedselinnamestoornis). Het betekent dat je te weinig en/of heel selectief eet vanwege verminderde interesse in voeding, gevoeligheid voor de sensorische kenmerken van het eten of vanwege angst voor de negatieve gevolgen van het eten van bepaalde voeding.

De lichamelijke gevolgen kunnen lijken op die bij anorexia nervosa, maar bij ARFID is er geen verstoord lichaamsbeeld of de wens om af te vallen.

Hoe ontstaat ARFID?

ARFID kan zich door verschillende factoren ontwikkelen en in verschillende leeftijdsfasen voorkomen. Er zijn mensen die weinig honger ervaren en daardoor moeten eten zonder honger. Er zijn mensen die prikkels in de mond minder of juist beter voelen en daardoor voeding in de mond niet goed kunnen verdragen. Weer andere mensen hebben een vervelende ervaring met voeding gehad, bijvoorbeeld misselijkheid/overgeven, buikpijn of verslikking. Een combinatie komt ook voor; je hebt bijvoorbeeld al weinig interesse in eten en dan verslik je je. ARFID kan op elke leeftijd ontstaan!

Wat is cognitieve gedragstherapie?

Cognitieve gedragstherapie onderzoekt de samenhang tussen gebeurtenissen, gevoelens, gedachten en gedrag. Het is een actieve therapie, waarbij je onderzoekt wat je klachten precies zijn en wat ze beïnvloedt. CGT is evidence based: uit onderzoek blijkt dat de behandeling werkt bij het verminderen van verschillende soorten klachten. Als je wilt weten of de CGT-behandeling wordt vergoed, kun je het beste contact opnemen met je zorgverzekeraar. Soms is een combinatie van therapie en medicijnen nodig. Wat voor jou het beste is, bekijk je samen met je behandelaar.

Wat kun je verwachten van een behandeling?

De therapeut gaat met jou op zoek naar de factoren die een rol spelen bij je klachten. Dit zal hij/zij doen door vragenlijsten af te nemen en vragen aan je te stellen. Op basis hiervan wordt samen met jou een behandelplan opgesteld.

De behandeling lijkt op de behandeling van angst. Bij ARFID is er sprake van angst om te stikken, angst/spanning voor de sensatie/structuur van voedsel of het volle gevoel na de maaltijd. In de behandeling ga je leren dat je voedsel kunt eten zonder nadelige gevolgen. Afhankelijk van wat bij jou het meest van toepassing is, ga je dit met een therapeut oefenen. Dit betekent dat je gaat oefenen tijdens maaltijden. Je gaat dan ervaren dat er niet gebeurt waar je zo bang voor bent, bijvoorbeeld stikken.
We noemen dit exposure.

Wanneer je een langere periode bepaalde voeding niet hebt gegeten of zelfs nooit hebt gegeten, kan het zijn dat je mond hieraan moet wennen. Dit is ook aan de orde wanneer je gewend bent aan het eten van kleine porties. Je gaat dan in de therapie het volle gevoel leren verdragen dat hoort bij grotere porties.

Wanneer je veel ondergewicht hebt, kan het belangrijk zijn om dit eerst te verbeteren door inname van supplementen of medische bijvoeding. Sommige mensen hebben sondevoeding nodig.

Wanneer de eetproblemen zijn ontstaan na een traumatische ervaring, kan de CGT-behandeling worden uitgebreid met een traumabehandeling als EMDR. Aan het einde van de behandeling ga je leren wat je kunt doen wanneer de klachten weer toenemen. Dit is om de kans te verkleinen dat je weer terugvalt in oude klachten/eerder gedrag.

Over de behandeling

Een behandeling bestaat meestal uit 10 tot 25 wekelijkse sessies. Die duren vaak 45 tot 60 minuten. Hoeveel sessies er precies nodig zijn, hangt af van de ernst van je klachten. Het kan zijn dat sommige klachten niet helemaal verdwijnen. De behandeling kan je dan wel helpen om er minder last van te hebben.

Over de therapeut

Meestal krijg je cognitieve gedragstherapie van een therapeut die psycholoog is. Dat is iemand die een studie psychologie aan de universiteit heeft afgerond. Het is belangrijk dat je vertrouwen hebt in je therapeut en dat je samen tot goede afspraken komt over de behandeling. Vind je dingen niet prettig gaan in de behandeling? Dan mag je dat altijd zeggen. Of vraag om een andere therapeut als je er samen niet uitkomt.

Lees de volledige informatie in de brochure hierboven.

Misschien ook interessant voor jou