Autonomieversterkende therapie bij angststoornissen

Een potentiële aanvulling op het behandelarsenaal

door Mieke Ketelaars
4 minuten leestijd

We hebben allemaal een basisvermogen om te voelen wat we nodig hebben en daarnaar te handelen, maar die capaciteit is bij de ene persoon wat sterker ontwikkeld dan bij de andere. Onderzoeker Laura Kunst onderzocht in hoeverre autonomieversterkende therapie effectief is voor patiënten met een angststoornis. De eerste bevindingen zijn positief.

Autonomieproblemen

Als je denkt aan een angststoornis, is het versterken van de eigen autonomie wellicht niet het eerste behandeldoel dat je voor ogen hebt. Toch is de relatie tussen autonomie en angst inmiddels goed onderzocht, aldus onderzoeker Laura Kunst die er recent op promoveerde. ‘Autonomieproblemen kun je bijvoorbeeld herkennen doordat cliënten veel aan zichzelf twijfelen of vooral bezig zijn de veronderstelde verwachtingen en wensen van anderen. Uit onderzoek weten we dat veel mensen met een angststoornis moeite met hebben met autonomie. Bij gegeneraliseerde angststoornis bijvoorbeeld is er sprake van een overmatige neiging tot piekeren. Die neiging kan je ook opvatten als een tekort aan autonomie, oftewel eigen regie. Iemand heeft dan moeite om de eigen behoeften, wensen en meningen te voelen, daarop te vertrouwen en daarnaar te handelen.’

Een belangrijk inzicht uit haar onderzoek is het bewijs voor een relatie tussen zelfwaardering en autonomieproblemen. Kunst: ‘We hadden eigenlijk verwacht dat mensen met autonomieproblemen een sterk fluctuerende zelfwaardering zouden laten zien. Juist omdat hun zelfbeeld zo afhankelijk is van de omgeving.’ De data, gebaseerd op zo’n 5.000 mensen, wees echter iets anders uit: mensen met ernstige autonomieproblemen hadden een erg negatief, maar juist ook stabiel zelfbeeld. Een alarmerend beeld aldus Kunst, omdat het aangeeft dat de problematiek breed verspreid is en niet uit zichzelf opknapt.

Therapie

In autonomieversterkende therapie (AET) wordt gewerkt aan het versterken van het vermogen de eigen behoeften te voelen en te uiten. Hoewel dat op individuele basis kan, wordt de therapie meestal in groepen aangeboden. ‘Je kunt mensen veel makkelijker met elkaar laten oefenen. Als het bijvoorbeeld gaat om ruimte innemen en aangeven wat je nodig hebt, dan is dat een perfect iets om in de groep te oefenen.’ Elke week wordt een ander thema beetgepakt.

In haar onderzoek onderzocht Kunst voor het eerst de effectiviteit van deze AET-behandeling in vergelijking met CGT, de eerstekeusbehandeling bij angststoornissen. ‘In Nederland werd al met AET gewerkt, en er was dan ook wel wat praktijkevidentie voor. Maar wetenschappelijk bewijs ontbrak vooralsnog.’ Een eerste pilotonderzoek liet weliswaar positieve effecten zien, maar het gebrek aan power maakte duidelijke conclusies onmogelijk. Met het onderzoek van Kunst en collega’s bij acht Nederlandse behandelcentra blijkt nu voor het eerst echt dat AET effectief is. De behandeluitkomst van de AET-groepen bleek zelfs niet af te wijken van die van CGT. Als er verschillen zijn, dan zijn die klein, aldus Kunst. De onderzoeker vond bovendien dat de effecten van AET niet beperkt bleven tot angstklachten. Ook comorbide klachten en zelfbeeldproblematiek verminderden na behandeling, iets dat ook voor CGT gold.

Voorzichtig

Ondanks de positieve resultaten zou Kunst AET niet direct als eerstekeusbehandeling adviseren. ‘We moeten niet vergeten hoeveel evidentie er is voor CGT. Maar voor sommige cliënten zou het wel degelijk een uitkomst kunnen bieden, bijvoorbeeld voor cliënten die CGT weigeren of die er onvoldoende baat bij hebben gehad. Of cliënten die een hulpvraag op het gebied van autonomie hebben.’ Ook binnen CGT-behandeling ziet Kunst mogelijkheden om stil te staan bij autonomie. ‘Merk je dat cliënten daarmee worstelen, probeer dat dan met kleine interventies te kantelen. Vraag bijvoorbeeld eens wat ze er zelf van vinden, en waarom ze daar niet naar luisteren.’

Meer weten?

  • Bekker, M. H. J., van Helsdingen, M. A., Rutten, L., & Kouwenhoven, B. (2016). Behandelprotocol voor autonomieversterkende therapie. Springer Media: Bohn Stafleu van Loghum.
  • Kunst, L. E., Maas, J., van Balkom, A. J. L. M., van Assen, M. A. L. M., Kouwenhoven, B., & Bekker, M. H. J. (2021). Group autonomy enhancing treatment versus cognitive behavioral therapy for anxiety disorders: A cluster-randomized clinical trial. Depression and Anxiety, 2021, 1-13https://doi.org/10.1002/da.23231

Misschien ook interessant voor jou