Behandel mensen met een psychosekwetsbaarheid gewoon voor hun andere problemen!

Geen bewijs voor verminderde effectiviteit of verhoogd risico

door Mieke Ketelaars
6 minuten leestijd

Vaak zijn we als therapeuten voorzichtig in het behandelen van psychosociale klachten van mensen met een psychosekwetsbaarheid. We willen voorkomen dat we iemand door therapie dusdanig destabiliseren dat we een psychotische episode uitlokken of de psychoseklachten verergeren. In sommige gevallen is de kwetsbaarheid zelfs aanleiding om geen behandeling te bieden. Maar is dat terecht? Uit verschillende onderzoeken blijkt dat we wellicht té voorzichtig zijn.

PTSS

Bewijs voor de effectiviteit én veiligheid van cgt voor mensen met een psychosekwetsbaarheid komt onder meer uit de hoek van PTSS. Uit Nederlands onderzoek van David van den Berg en collega’s (2016) blijkt namelijk dat psychotische klachten over het algemeen niet verergeren na traumagerichte cgt. En hoewel nadelige gebeurtenissen zeker voorkwamen, bleken die in de wachtlijstcontrolegroep juist vaker voor te komen. Mensen maken dus af en toe ontregelingen mee, maar de kans erop neemt af door te behandelen. Niet behandelen van de PTSS is dus zeer onverstandig.

OCD

Ook uit andere hoek komt ondersteuning voor het actiever behandelen van mensen met een psychosekwetsbaarheid. Zo blijkt uit een recent literatuuronderzoek van Antonio Tundo en Roberta Necci (2016) dat OCD-klachten goed behandeld kunnen worden in aanwezigheid van een psychosekwetsbaarheid. Na 31 gevalsbeschrijvingen uit de literatuur met elkaar te combineren, vonden zij slechts twee gevallen waarin er sprake was van een verslechtering van de psychose. En ook hier lijken die gevallen niet gerelateerd aan cgt: één van patiënten had moeite de exposure-aanpak en werd behandeld met een meer cognitieve aanpak, de andere patiënt liet pas na zes maanden een verergering van klachten zien.

Insomnia

Onderzoek naar de effectiviteit en veiligheid van cgt-i bij mensen met een psychosekwetsbaarheid staat nog in de kinderschoenen en harde conclusies kunnen we voorlopig dus nog niet trekken. Toch lijkt er ook hier sprake van eenzelfde beeld: zo laat uit literatuuronderzoek uit 2016 zien dat CGT-i leidt tot een vermindering van klachten bij psychotische patiënten. Uit onderzoek van Freeman en collega’s (2015) lijken we bovendien op te kunnen maken dat CGT-i ook veilig is: zij vonden weliswaar enkele nadelige gebeurtenissen, maar konden deze niet toeschrijven aan de behandeling.

Groepsbehandelingen

Een recente review bekeek ook expliciet of mensen met psychosekwetsbaarheid groepsbehandelingen aankunnen en afmaken. Uit dat onderzoek bleek dat deze mensen een groepsbehandeling even vaak afmaken als mensen zonder psychosegevoeligheid: namelijk 76% van de tijd (Sedgwick et al, 2021). Hierin dus wederom bewijs dat ze net zo goed als anderen in staat zijn tot het benutten van verschillende behandelvormen.

Actualiteit

Met het bovenstaande bewijs moeten we ons afvragen waarom we zo terughoudend zijn in het behandelen van mensen met een psychosegevoeligheid. We weten dat schizofrenie de meest gestigmatiseerde psychiatrische aandoening is, ook binnen de GGZ (Valery & Prouteau, 2020). Wellicht dat onbekendheid ook een rol speelt in onze houding, of de ervaring van iemand die een keer psychotisch ontregelde tijdens een intensieve therapie. Natuurlijk kan dat gebeuren, maar vooralsnog is er geen bewijs dat ontregeling het gevolg is van therapie.

In dat kader is het ook interessant om te weten dat er op 16 december om 13:00 een uitzonderlijke zitting plaatsvindt bij het College voor de Rechten van de Mens (Utrecht). Het proces gaat over een cliënt die een ggz-instelling aanklaagt wegens discriminatie, omdat hij vanwege zijn psychosegevoeligheid niet in aanmerking kwam voor behandeling van zijn hulpvraag. Een zaak als deze heeft nog nooit gediend en het is natuurlijk de vraag hoe het College voor de Rechten van de Mens hier gaat oordelen.

Meer informatie? Hoewel de cliënt zelf anoniem blijft, kan je wel contact opnemen met Tonnie Staring, de expert die hem bijstaat. Ook kan je de zitting bijwonen indien gewenst. E-mail daaromtrent een verzoek naar het College van de Rechten van de Mens.

Bronnen

  • Freeman, D., Waite, F., Startup, H., Myers, E., Lister, R., McInerney, J., … & Yu, L. M. (2015). Efficacy of cognitive behavioural therapy for sleep improvement in patients with persistent delusions and hallucinations (BEST): a prospective, assessor-blind, randomised controlled pilot trial. The Lancet Psychiatry, 2(11), 975-983. https://doi.org/10.1016/S2215-0366(15)00314-4
  • Jansson-Fröjmark, M., & Norell-Clarke, A. (2016). Cognitive behavioural therapy for insomnia in psychiatric disorders. Current sleep medicine reports, 2(4), 233-240. https://doi.org/10.1007/s40675-016-0055-y
  • Sedgwick, O, Hardy A, Newbery K., & Cella M (2021). A systematic review of adherence to group interventions in psychosis: do people attend? Psychological Medicine, 1-9. https://doi.org/10.1017/S003291721000404
  • Tundo, A., & Necci, R. (2016). Cognitive-behavioural therapy for obsessive-compulsive disorder co-occurring with psychosis: Systematic review of evidence. World journal of psychiatry, 6(4), https://dx.doi.org/10.5498%2Fwjp.v6.i4.449
  • Valery KM, Prouteay A (2020). Schizophrenia stigma in mental health professionals and associated factors: a systematic review. Psychiatry Research, 290: 113068. Doi: 10.1016/j.psychres.2020.113068.
  • Van den Berg, D. P., de Bont, P. A., van der Vleugel, B. M., De Roos, C., de Jongh, A., van Minnen, A., & van der Gaag, M. (2016). Trauma-focused treatment in PTSD patients with psychosis: symptom exacerbation, adverse events, and revictimization. Schizophrenia bulletin, 42(3), 693-702. https://doi.org/10.1093/schbul/sbv172

Misschien ook interessant voor jou