Onderzoeksopzet
De onderzoekers voerden een randomized controlled trial uit waarbij VR-CGTwerd vergeleken met treatment as usual (gebruikelijke behandeling). Aan het onderzoek deden 116 cliënten mee (58 in vr-groep, 58 in de controlegroep). Cliënten in de vr-groep kregen 16 VR-CGT-sessies aangeboden die afgestemd waren op de paranoïde angsten van de specifieke cliënt. Er vond een voormeting, een nameting (3 maanden later), en een follow-upmeting (6 maanden na de voormeting) plaats.
Dit kan de cliënt zien in de VR-omgeving
Resultaten
Resultaten lieten zien dat cliënten op de nameting niet meer tijd met anderen door brachten, maar op de follow-up wel (d = .5, middengroot effect). Achterdocht en angst in het dagelijks leven (gemeten tijdens sociale contacten), namen significant meer af in de VR-groep dan in de controlegroep (achterdocht: d = -1.49, zeer groot effect na behandeling/ d = -1.24, groot effect bij de follow-up, angst: d = -.75 / d = -.52, middengroot effect). Ook veiligheidsgedrag daalde in de VR-groep meer dan in de controlegroep (d = -.49/ d = -.42, klein effect).
De afname in veiligheidsgedrag was relatief het sterkst bij de subschaal in situatie veiligheidsgedrag, bijvoorbeeld in de situatie benen aanspannen, oogcontact vermijden (d = -.57, middengroot effect/ d = -.46, klein effect). Ook het effect op een afname van paranoïde gedachten was significant (d klein tot midden groot over de verschillende subschalen). Tot slot was er op de follow-up een klein effect op het sociaal functioneren en zelf stigmatiseren. VR-CGTwas niet meer (of minder) effectief in het behandelen van angst, depressieve klachten, positieve en negatieve gedachten over zelf en anderen en kwaliteit van leven, dan de gangbare behandeling.
Hoe werkt dit proces?
Verdere (mediatie)analyses lieten ook zien hoe dit proces werkt. VR-CGT helpt cliënten minder veiligheidsgedrag te gebruiken, realistischer en positiever te kijken naar sociale interacties, met minder angst en achterdochtige gedachten. Cliënten leerden bijvoorbeeld dat wanneer ze wel oogcontact maakten, dat andere mensen neutraler of vriendelijker keken dat ze dachten. Deze positieve ervaringen leiden tot minder achterdocht.
Wat betekent dit voor cgt’ers?
Wat betekent dit alles nou voor cognitief gedragstherapeuten? Promovendus en cgt’er Roos Kolder: ‘Voor cognitief gedragstherapeuten is virtual reality een heel waardevolle toevoeging. Naast exposure en gedragsexperimenten doen in vivo, imaginair, of interoceptief kan dat voortaan ook ‘in virtuo’ ofwel in virtual reality. In virtuo behandelen heeft een aantal belangrijke voordelen, zoals een lagere drempel (het is niet echt); het vindt plaats in de privacy van de behandelkamer; de therapeut kan direct positief bekrachtigen of bijsturen; je creëert gepersonaliseerde oefenomgevingen en oefeningen zijn bovendien herhaalbaar en controleerbaar. Mocht je na dit onderzoek enthousiast zijn geworden over het werken met vr, informeer je dan goed. Er is wetenschappelijke evidentie voor het werken met interactieve virtuele omgevingen, dit is echter wat anders dan 360-gradenvideo’s, waar nog geen gedegen wetenschappelijk onderzoek naar is gedaan.’
Meer info
Wil je meer weten over dit onderzoek? Neem dan contact op met Roos Kolder (roos.potkolder@gmail.com). Zie voor meer informatie ook:
- Vr-onderzoekslab UMCG Universitair Centrum Psychiatrie: vrmentalhealth.nl
- CleVR: clevr.net
- Cgt bij psychose: gedachtenuitpluizen.nl
Bron
- Pot-Kolder, R. M., Geraets, C. N., Veling, W., van Beilen, M., Staring, A. B., Gijsman, H. J., … & van der Gaag, M. (2018). Virtual-reality-based cognitive behavioural therapy versus waiting list control for paranoid ideation and social avoidance in patients with psychotic disorders: a single-blind randomised controlled trial. The Lancet Psychiatry.