Een conversiestoornis: tussen de oren?

Interview met Marleen Tibben en Ingeborg Visser

door Mieke Ketelaars
6 minuten leestijd

Naar de conversiestoornis is maar beperkt onderzoek gedaan en er rust nog altijd een taboe op. Dat moet veranderen, vinden Marleen Tibben, gz-psycholoog en manager HSK Expertiscentra Conversie en Tics en Ingeborg Visser, klinisch psycholoog/psychotherapeut K&J.

Bij een conversiestoornis gaat het om verstoringen van de motorische en/of sensorische functies die niet kunnen worden verklaard vanuit een neurologisch defect. Je kunt daarbij denken aan verlamming, trillingen of epileptische aanvallen. Voor het diagnosticeren van een conversiestoornis is de afwezigheid van een neurologische verklaring essentieel. Marleen: ‘De kans dat je na zorgvuldig neurologisch onderzoek voor een als conversie gediagnosticeerde aandoening alsnog een neurologische oorzaak vindt, is ongeveer 4 procent.’

Hypnose

Bij de behandeling van conversiestoornissen zetten Marleen Tibben en Ingeborg Visser hypnotherapie met gedragstherapie in. Marleen: ‘Het mooie van hypnose is dat een patiënt zich door middel van hypnose ontspant. Tegelijkertijd kun je onder hypnose de perceptie veranderen. Bij een patiënt met een trilling in de arm kun je bijvoorbeeld onder hypnose die arm heel zwaar maken. Daardoor verdwijnt de trilling. Door dat vaak te oefenen, krijg je op een gegeven moment een cue-conditioning. De trilling verdwijnt door te denken aan het zwaar maken van de arm.’

Associatieve verbanden

De hypnose werkt volgens Marleen omdat het een soort omweg maakt in de aansturing van beweging. ‘Het uitgangspunt voor de behandeling is de dissociatietheorie van Kihlstr֤om. Deze theorie gaat ervan uit dat er sprake is van een breuk tussen impliciete en expliciete informatieprocessen. Er worden met name problemen ervaren in de expliciete aansturing, terwijl de indirecte informatieprocessen intact zijn. Hetzelfde zie je bijvoorbeeld als je niet op de naam van een bekende kunt komen door vermoeidheid, stress of slaaptekort. Hoewel je de naam best kent, wil hij je maar niet te binnen schieten. Blijven denken aan die naam heeft dan vaak weinig zin. Het is zinvoller om een andere zoekstrategie te gebruiken, zoals je afvragen waar je deze persoon van kent of wat diegene in het dagelijks leven doet. Deze zoekstrategieën maken gebruik van andere impliciete, associatieve verbanden en zijn vaak succesvol bij het oplossen van het probleem. Het effect van hypnose lijkt hierop te zijn gebaseerd; het legt alternatieve, impliciete associatieve verbanden.’

Slecht imago

Marleen leidt regelmatig professionals op en ziet een toename van het aantal revalidatiecentra en instellingen dat werkt met hypnose en gedragstherapie. Desondanks heeft hypnose nog een slecht imago. ‘Voor veel buitenstaanders voelt het toch te vaag. Maar de behandeling van conversiestoornissen is in feite een gedragstherapeutische behandeling. Waar het om gaat, is dat je binnen die behandeling op zoek gaat naar een incompatibele respons. Deze incompatibele respons ga je vervolgens door middel van hypnose aanleren. Op een gegeven moment is een patiënt in staat om ook zonder formele hypnose dat incompatibele gevoel op te wekken. De rest van de behandeling bestaat vervolgens uit shaping-technieken.’

Onderzoek

Op dit moment is er nauwelijks onderzoek voorhanden naar de effectiviteit van behandelingen bij een conversiestoornis. Marleen: ‘Voor pseudo-epileptische aanvallen is er een goede RCT gedaan, waaruit blijkt dat cognitieve gedragstherapie effectief is. Andere studies zijn beperkt of van matige kwaliteit. Bovendien maakt de afwezigheid van geschikte meetinstrumenten onderzoek lastig.’ HSK Expertisecentrum Conversiestoornissen is gestart met een pilotonderzoek naar de effectiviteit van hypnose en gedragstherapie. ‘Tot nu toe zien de resultaten er veelbelovend uit. Maar liefst 73 procent van de patiënten knapt volledig op. Bij de overige patiënten is er vaak sprake van een forse conversie of gaat het om mensen bij wie ook neurologische klachten spelen.’

Aanstelster

Naast onderzoek naar effectieve behandelingen is er ook meer aandacht nodig voor conversiestoornissen, zodat het genormaliseerd wordt. Ingeborg: ‘Monique van der Vorst is een bekende atlete die heel lang in een rolstoel heeft gezeten. In de media is ze bijna afgemaakt omdat ze een aanstelster zou zijn. Dat is heel kwalijk.’ Patiënten met onverklaarde somatische klachten voelen zich vaak niet serieus genomen. Als er geen diagnose is, is er immers niets aan de hand. Ingeborg: ‘Maar er is wél iets aan de hand. Dat je niets kunt zien, verzin je niet.’ Toch kan de diagnose ook lastig zijn. Marleen: ‘De neuroloog kan belangrijk zijn voor de acceptatie van de diagnose. Als die zegt ‘Ik heb goed nieuws voor u, het is niets neurologisch’ dan kan dat patiënten helpen.’

Samenwerking

De behandeling mag dan puur psychologisch zijn, bij HSK Expertisecentrum Conversiestoornissen wordt veel samengewerkt met neurologen. Marleen: ‘Iedere maand hebben we een intervisie waarbij we alle patiënten bespreken bij wie de voortgang minder vlot verloopt. Daarbij is altijd een neuroloog aanwezig. Naast overleg over de vorderingen in een behandeling is die samenwerking met neurologen ook gebaseerd op de wetenschappelijke wereld. ‘Van oudsher is er vooral neurologisch onderzoek gedaan naar conversiestoornissen. Psychologisch onderzoek is slechts in beperkte mate beschikbaar.’ Helaas zijn niet alle neurologen even goed geïnformeerd over conversiestoornissen. Marleen: ‘Er zijn nog steeds neurologen die tegen patiënten zeggen: het zit tussen je oren. Of erger nog: hier moet je mee leren leven. Hoe erg is dat als wij patiënten in tien sessies zien opknappen?’

Misschien ook interessant voor jou