Eigen keus bij verslaving

Behandeluitkomst even goed wanneer patiënten behandelvorm kiezen

door Mieke Ketelaars
4 minuten leestijd

De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht uitgegaan naar gezamenlijke besluitvorming. Tegelijkertijd zien we dat er hard wordt gesleuteld aan het ontwikkelen van computeralgoritmes die de meest optimale behandeling bepalen aan de hand van patiëntkenmerken. Maar wat is nu beter? Uit recent onderzoek van Morten Ellegaard Hell en collega’s blijkt dat er geen verschil is in behandeluitkomst. Of patiënten nu zelf kiezen of dat de computer dat voor hen doet, het resultaat is hetzelfde.

Andere keuze

In de RCT van Ellegaard Hell en collega’s werden 396 patiënten betrokken. Zij kregen allemaal motiverende gespreksvoering en werden vervolgens in één van twee groepen geplaatst: een groep die op basis van videomateriaal een keuze mocht maken voor een behandeling (geïnformeerde keuze) of een groep voor wie de keuze werd gemaakt op basis van een evidence based algoritme (TAU). De behandelvormen bestonden uit de evidence based behandelingen CGT, gezinstherapie gebaseerd op CGT, contract-CGT (een sterk gestructureerde vorm van CGT) en omgevingstherapie en de minder bewezen supportive therapie.

De groep die zelf mocht kiezen koos duidelijk anders dan de groep wiens keuze werd bepaald door het algoritme. Ze gingen maar liefst twee keer zo vaak voor de minder evidence based supportive therapie. Contract-behandeling werd daarentegen vaker gekozen door het algoritme. Slechts 28 procent van de patiënten die zelf mocht kiezen koos dezelfde behandeling als het algoritme zou hebben gedaan.

Even goed

Dat voor wat betreft de verschillen. De behandeluitkomst op drinkgedrag en kwaliteit van leven bleek namelijk voor beide groepen gelijk: of de keus nu gemaakt werd door de patiënt zelf of door het algoritme, beide groepen profiteerden evenveel van hun behandeling. En dat is opvallend, omdat patiënten een duidelijke voorkeur hadden voor een behandeling die minder evidence based is.

De mate waarin patiënten mochten kiezen bleek wel bepalend voor hun tevredenheid: 80 procent van de patiënten uit de geïnformeerde keuzegroep was tevreden met hun keuzemogelijkheid, terwijl slechts 25 procent van de patiënten uit de algoritme-groep tevreden was met hun beperkte keuzevrijheid.

Basisbehoeften

Ellengaard en collega’s relateren hun resultaten aan de drie basisbehoeften die mensen hebben: autonomie, competentie en relatie. Bij een algoritme-aanpak heeft een patiënt eigenlijk geen autonomie, wat gevolgen kan hebben voor hun prognose. Bij benaderingen als gezamenlijke besluitvorming en geïnformeerde keuze is de autonomie veel minder in het geding. Bij deze benaderingen loop je echter het risico dat een patiënt het gevoel heeft alleen voor een belangrijke keuze te staan.

Wat moeten we nu concluderen op basis van dit onderzoek? Enerzijds lijkt keuzevrijheid dus niet tot een betere behandeluitkomst te leiden. Anderzijds doet diezelfde keuzevrijheid niet onder voor een algoritme dat alle belangrijke factoren meeweegt. In die zin maakt het dus niet uit. Toch adviseren de onderzoekers om in dat geval patiënten zelf te laten kiezen. Juist omdat er wel degelijk verschillen zijn in de tevredenheid.

Bron

  • Hell, M. E., Miller, W. R., Nielsen, B., Mejldal, A., & Nielsen, A. S. (2021). The impact of free choice in alcohol treatment. Primary outcomes of the Self-Match study. Drug and alcohol dependence, 108587. https://doi.org/10.1016/j.drugalcdep.2021.108587

Misschien ook interessant voor jou