IMH en CGT: een onmogelijke combinatie?

door Mieke Ketelaars
6 minuten leestijd

Marilene de Zeeuw is klinisch psycholoog, gedragstherapeut VGCt en Infant Mental Health specialist. Ze is voorvechter op het gebied van de integratie van IMH en CGT. Maar wat hebben beide stromingen elkaar te bieden? De VGCt vroeg het haar.

Het is misschien vloeken in de kerk, maar als we eerlijk zijn, dan is het Infant Mental Health-veld (IMH) begonnen vanuit de psychoanalyse. Inmiddels vaart het IMH-veld echter allang niet meer onder die vlag. Klinisch psycholoog en IMH-specialist Marilene de Zeeuw beschrijft het eerder als een bredere multidisciplinaire beweging die zich tot doel heeft gesteld de geestelijke gezondheid van jonge kinderen te bevorderen.

Maar wat houdt dat dan concreet in? Een en ander wordt duidelijker als de psychologe beschrijft welke problematiek ze in de IMH-praktijk tegenkomt. ‘Het gaat dan vaak om regulatieproblemen gerelateerd aan eten, huilen, slapen en zindelijkheid. Ook niet zo gek wanneer je je bedenkt dat emotieregulatie de primaire taak is van het jonge kind.’ Maar, zo haast ze zich te zeggen, het IMH-veld is meer dan dat. ‘We komen bijvoorbeeld ook in actie wanneer er sprake is van ouders met persoonlijkheidsproblematiek of wanneer een ouder kampt met een postpartum depressie.’ Mocht je het idee hebben dat IMH-specialisten vooral babyknuffelaars zijn, dan zit je dus goed mis. Het gaat om heftige thema’s, waarbij de vraag geregeld is of een kind thuis kan opgroeien.

Kern

Volgens Marilene werkt IMH volgens twee centrale aspecten: relatie en observatie. ‘Een kind is afhankelijk van volwassenen om hem of haar heen. Het is niets zonder die volwassene.’ Dat besef werd haar pijnlijk duidelijk nadat ze een jonge, depressieve moeder behandelde. ‘Ik zag dat de baby op iedereen bleef reageren, maar steeds minder op moeder. Dat is geleerd gedrag: die baby leerde dat er weinig te halen was bij moeder en paste zijn gedrag daarop aan. Niet dat baby’s dat bewust doen, maar je ziet het in de patronen van gedrag wel terug. Daarnaast kunnen baby’s en ook jonge kinderen niet vertellen wat er aan de hand is. Je kunt in dat opzicht dus veel minder leunen op wat mensen zeggen. Daarom zijn we binnen de IMH genoodzaakt om veel meer met observaties te werken.’

Leerprincipes inzetten

De afgelopen jaren heeft het IMH-veld aan terrein gewonnen. Waar dat zo’n tien jaar geleden nog niet vanzelfsprekend is, heeft elke ggz-instelling inmiddels wel een IMH-team. Al verschuilt het zich, zoals Marilene schertsend stelt, misschien in een klein hoekje van de instelling. De verspreiding van het IMH-gedachtegoed is volgens de psychologe echter ontzettend belangrijk. ‘Zoals al blijkt uit de voorbeelden, kunnen we feitelijk niet om IMH-problematiek heen. Bijna iedereen krijgt er linksom of rechtsom te maken. Helaas voelen we ons weinig toegerust om daar binnen de behandeling iets mee te doen.’

Dat is precies de kern van Marilenes missie: zorgen dat cgt-ers zich het IMH-gedachtegoed eigen maken en andersom. Dat vraagt dat cgt-ers over hun koudwatervrees heen stappen en leerprincipes gaan toepassen bij jonge gezinnen. ‘Leerprincipes blijven leerprincipes. Eigenlijk kun je hechtingsrelaties al zien als een vorm van verwachtingsleren: je leert iets verwachten van een specifiek persoon. Dat gaat zich organiseren naar een algemene verwachting, maar het begint bij die specifieke verwachting. Al in 1948 werd dat duidelijk, toen uit onderzoek bleek dat zelfs foetussen in de buik van hun moeder geconditioneerd kunnen worden.’

Marilene vermoedt dat cgt-ers zich vooral ongemakkelijk voelen als het gaat om het werken met jonge gezinnen. ‘Jonge kinderen zorgen voor onverwachte situaties en ontregelde sessies. Ze hebben immers geen therapieconcept.’ Het gevolg is dat er maar al te vaak individueel met ouders wordt gewerkt of met het kind. Zelf is ze er groot voorstander van om jonge kinderen mee te nemen in de behandelkamer. En dan niet ouderwets aan een tafeltje, maar gewoon op de grond. De ontregeling omarmt ze juist. ‘In die momenten zit soms de meest waardevolle informatie voor het hier en nu. Want hoe reageert een ouder op een kind dat een knuffel in zijn of haar gezicht duwt of te bang is om van schoot af te komen?’

Versterken

Met het voorbeeld over het conditioneren van foetussen doemen al snel visioenen op van aversieve praktijken. Onterecht, volgens Marilene. ‘Dat is precies waarom gedragstherapie voor veel IMH-therapeuten een slechte naam heeft gekregen: het idee dat er vooral wordt gewerkt met strenge programma’s van straffen en belonen, zonder dat werd stilgestaan bij wat dit voor een jong kind betekent. Dat is echter allang niet meer zo. En eigenlijk klopt dat beeld ook niet, want de leertheorie is in principe amoreel, volgens Skinner. Hij moedigde je aan om je waarden als behandelaar helder te hebben en niet alleen maar te reageren op het gedrag.’

Een goede casusconceptualisatie is volgens Marilene echter wel onontbeerlijk. Daar komt bij dat je gedegen kennis moet hebben over de evolutionaire herkomst van babygedrag, zodat je de functie van het probleemgedrag kunt herkennen. Dat zou de psychologe graag terugzien in de vereniging. ‘Als empirische vereniging hebben we hypotheses te ontwikkelen over de gevoelens en verwachtingen van baby’s, peuters en hun ouders. We weten namelijk dat het gevoelig zijn voor die signalen een goede sociaal-emotionele ontwikkeling voorspelt. Het zorgt voor een positieve band, maar draagt indirect ook bij aan een positief zelfbeeld.’ Marilene zou daarom graag zien dat IMH-ers zich meer lieten scholen in de CGT.

De CGT kan het IMH-veld ook nog op ander vlak versterken, aldus de psychologe. ‘De CGT heeft een sterke focus op klachten, terwijl het IMH veld vaak blijft hangen in het idee dat alles goedkomt als je ouders leert mentaliseren en je de ouder-kind relatie op orde krijgt. Mijn ervaring is toch dat dat niet zomaar werkt. CGT is daarin echt meer to the point.’ Bovendien ziet de psychologe dat de CGT echt leunt op empirie. ‘We zijn kritisch op de theorie die we gebruiken en toetsen die. En natuurlijk kunnen we putten uit een grote toolbox van evidence based technieken.’

Een duidelijk pleidooi dus voor een integratie van twee vakgebieden. En als dat afhangt van de motivatie van Marilene, dan gaan we die de komende jaren zeker zien.

Misschien ook interessant voor jou