Placebo-medicijn leidt tot meer afgerond huiswerk in CGT

Effecten merkbaar in behandeluitkomst

door Mieke Ketelaars
4 minuten leestijd

Huiswerk is een belangrijk onderdeel van CGT en het maken ervan vergroot de kans op een positieve behandeluitkomst. Maar hoe krijg je je patiënten zover dat ze hun huiswerk gaan doen? Uit onderzoek van Jurinec en Schienle blijkt dat placebo-medicatie patiënten kunnen activeren tot het maken én profiteren van huiswerk. Hoe laat zich dat naar de praktijk vertalen?

Veel patiënten vinden het moeilijk om hun huiswerk te maken. Voor patiënten die kampen met een depressie kan dat nog lastiger zijn. Zowel de kernsymptomen van depressie als geassocieerde problemen die vaak geassocieerd worden met depressie (uitstelgedrag, een pessimistische attributiestijl, een negatief zelfbeeld) kunnen ertoe leiden dat het huiswerk onafgemaakt blijft liggen. Juist omdat het maken van huiswerk bijdraagt aan de behandeluitkomst kijken onderzoekers tegenwoordig vaak naar factoren die bepalend zijn voor de mate waarin cliënten hun huiswerk doen. Gek genoeg wordt er nog maar weinig gekeken naar technieken om in te zetten. Tot nu dus.

Zonnebloemolie

In hun onderzoek keken Jurinec en Schienle naar 126 patiënten met depressie. Ze verdeelden de groep in drieën: een wachtlijstcontrolegroep, een cgt-groep en een cgt-groep met placebomedicijn.  De cgt-behandeling bestond standaard uit vier sessies. Tussen de sessies door moesten patiënten dagelijks huiswerk doen in de vorm van een 10-minuten durende ontspanningsoefening. De patiënten in de cgt+placebogroep kregen te horen dat het medicijn een sterke focus gaf op innerlijke kracht en de natuurlijke helende krachten van het eigen lichaam zou activeren. Feitelijk ging het om zonnebloemolie.

Méér huiswerk, meer baat

Het toevoegen van het placebo-medicijn zorgde er in de eerste plaats voor dat de oefeningen significant vaker werden gedaan: in plaats van 11 keer, deden ze maar liefst 18 keer hun huiswerk, Daarnaast vonden de patiënten in de CGT+placebogroep ook dat de ontspanningsoefeningen beter werkten. Maar wellicht belangrijker nog was het effect van het placebo op de behandeluitkomst: bij maar liefst 88 procent van deze groep was er na afloop sprake van een lagere ernst van de depressie, in vergelijking met 71 procent van de CGT-only groep. Ook in het percentage patiënten dat niet meer voldeed aan de criteria voor depressie bleek in de CGT+placebogroep lager (52 procent versus 40 procent).

Activerende placebo

Helaas laat het onderzoek zich niet zo gemakkelijk vertalen naar de praktijk. Maar het onderzoek van Jurinec en Schienle geeft wel degelijk een nieuwe impuls. In tegenstelling tot de meeste placebo’s, zet hun placebo namelijk aan tot handelen: naast het nemen van de medicatie moeten patiënten immers alsnog de ontspanningsoefening doen. Het nemen van de medicatie is daarmee misschien een eerste kleine stap die de motivatie tot het doen van de rest van het werk vergroot. Een beetje als de foot in the door-techniek die in de marketing vaak wordt gebruikt: wanneer je iemand om een kleine gunst vraagt, zal een grote gunst daarna minder snel geweigerd worden. Als dat het werkingsmechanisme is, zou je wellicht ook andere middelen in kunnen zetten. Door bijvoorbeeld voorafgaand aan de oefening te luisteren naar een favoriet muziekje. Een klein duwtje in de juiste richting, waardoor de rest makkelijker volgt.

Bron

  • Jurinec, N., & Schienle, A. (2020). Utilizing placebos to leverage effects of cognitive-behavioral therapy in patients with depression. Journal of Affective Disorders. https://doi.org/10.1016/j.jad.2020.08.087

Misschien ook interessant voor jou