Recente meta-analyse bevestigt effectiviteit van CGT bij angst

Grootste effecten bij OCD, GAS en acute-stresssyndroom

door VGCt
4 minuten leestijd

Wat is de stand van zaken van het effectiviteitsonderzoek naar CGT bij angst? Carpenter en collegae (2018) voerden recent een grondige meta-analyse uit om deze vraag te beantwoorden.

Auteur: Nienke van Sambeek

Alleen placebocontrole

Ze hanteerden daarbij strengere criteria met betrekking tot de gebruikte controlegroep dan andere meta-analyses. Om een zuiver beeld te krijgen van de effectiviteit van CGT analyseerden zij alleen gerandomiseerde trials met een placebocontrole (pil of psychologisch). Studies die CGT vergeleken met een wachtlijstgroep werden uitgesloten. Daarbij ontbreekt immers controle voor verwachtingen van de patiënt. Ook gebruikelijke zorg (care as usual) werd uitgesloten als controleconditie omdat dit een grote variatie aan interventies kan omvatten, en er vaak weinig toezicht is op de uitvoering.

De enige meta-analyse van placebogecontroleerde RCT’s van CGT bij angst (inclusief traumagerelateerde stoornissen) stamt van 2008 (Hofmann & Smiths, 2008). Het doel van de onderzoekers was om deze meta-analyse te updaten met nieuw onderzoek. Zij vonden 16 nieuwe RCT’s die voldeden aan de exclusiecriteria en voegden die samen met de oudere studies. In totaal analyseerde zij de gegevens van 41 studies en 2.843 deelnemers.

CGT heeft een positief effect

De onderzoekers vonden een middelgroot, overall kortetermijneffect van cgt bij verschillende angststoornissen op de behandelde symptomen (Hedges’ g = 0.56). Ook vonden zij kleine, maar significante effecten op andere angstsymptomen (Hedges’ = 0.38, 26 studies), depressie (Hedges’ = 0.31, 26 studies) en kwaliteit van leven (Hedges’ = 0.30, 15 studies).

Op de lange termijn bleef het gemiddelde effect van cgt op angst middelgroot (Hedges’ = 0.47). Daarbij moet wel worden opgemerkt dat bij maar 22 studies follow-upmetingen waren uitgevoerd en dat de gemiddelde duur van de follow-up slechts 5,5 maand was. Het is dus belangrijk om in toekomstig onderzoek nog meer zicht te krijgen op de duurzaamheid van het effect.

Effectiviteit sterk afhankelijk van type stoornis en vorm

Tussen de verschillende angststoornissen bleken grote verschillen in effectiviteit te bestaan: De grootste effecten werden gevonden voor OCD (Hedges’ = 1.13), GAS (Hedges’ g =1.10) en het acute-stresssyndroom (Hedges’ g =0. 87). Kleine effecten werden daarentegen gevonden voor een sociale angststoornis (Hedges’ = 0.41), PTSS (Hedges’ g = 0.48) en een paniekstoornis (Hedges’ = 0.39)Bij deze stoornissen valt dus nog de nodige verbetering te behalen.

Voor de sociale-angststoornis en PTSS was ook vergelijking tussen groepstherapie en individuele therapie mogelijk. Het verschil is opvallend: Individuele CGT (Hedges’ = 0.54) bleek aanzienlijk beter te werken dan groeps-CGT (Hedges’ = 0.16). Belangrijk dus voor behandelaars om hier rekening mee te houden!

Lees het hele (vrij toegankelijke) artikel of de Engelstalige samenvatting.

Bron

  • Carpenter, J.K., Andrews, L.A., Witcraft, S.M., Powers, M.B., Smits, J.A.J., Hofmann,  S.G.(2018). Cognitive behavioral therapy for anxiety and related disorders: A meta‐analysis of randomized placebo‐controlled trials. Depression and Anxiety, 35, 502–514. https://doi.org/10.1002/da.22728
  • Hofmann, S. G., & Smits, J. A. (2008). Cognitive‐behavioral therapy for adult anxiety disorders: A meta‐analysis of randomized placebo‐controlled trials. The Journal of Clinical Psychiatry, 69, 621–632.

Misschien ook interessant voor jou