Reconsolidatie van aversieve herinneringen is nog niet zo makkelijk te verstoren

Radboud onderzoeker Lars Jaswetz licht bevindingen toe

door Maria Bekendam
6 minuten leestijd

Tijdens zijn master Klinische Psychologie raakte Lars Jaswetz (Radboud Universiteit, Behavioural Science Institute en Donders Centre for Cognitive Neuroimaging) gefascineerd door reconsolidatie van herinneringen in de context van psychopathologie. Specifiek over het idee dat je door het verstoren van reconsolidatieprocessen angstige herinneringen minder aversief kan maken. Onderzoek hierover was in die tijd opkomend en Jaswetz wilde zich als onderzoeker richten op het beïnvloeden van emotionele herinneringen. Een aantal jaar later laat een artikel van Jaswetz en collega’s zien dat reconsolidatie van angstige herinneringen nog niet zo voor de hand liggend is. 

Onderzoek naar reconsolidatie van neutrale of aversieve herinneringen op zich was niet nieuw. Wat de studie van Jaswetz echter wel vernieuwend maakt is dat er bewust is gekozen voor een gedragsinterventie en een labdesign zonder autobiografische herinneringen. Jaswetz licht toe: “Hoewel je met autobiografische herinneringen de onderzoeksresultaten beter kunt generaliseren naar de dagelijkse praktijk, heb je met een labdesign zoals dat van ons het voordeel dat het hele experiment voor elke proefpersoon nagenoeg hetzelfde is”. Met een ‘clean’ labdesign kun je uitspraken doen over de algemene werking van reconsolidatie”.

Drie dagen ploeteren

Vanuit het onderzoeksperspectief is een labdesign aantrekkelijk. Voor de proefpersonen? Best een uitdaging. Gedurende drie dagen werd van 78 proefpersonen (41 geïncludeerd) gevraagd om taakjes uit te voeren die al dan niet werden gevolgd door een elektrische schok. De huidgeleiding werd telkens gemeten als een indicatie voor angst. Een overzicht van de taken per dag:

DagenTakenDoel
1. Proefpersonen zagen drie gekleurde vierkantjes. Twee van de drie werden gekoppeld aan een schokKleur van de vierkantjes koppelen aan een schok en angst opwekken
2.Eén van de vierkantjes gekoppeld aan een schok werd één keer getoond (CS+R) gevolgd door een werkgeheugentaak. Het andere vierkantje werd niet getoond (CS+)Reactivatie van de angstherinnering aan de stimulus (CS+R)
3.Proefpersonen zagen/kregen:De drie vierkantjes zonder schokkenDrie onverwachte schokken zonder vierkantjes (reinstatement)Drie vierkantjes zonder schokkenAngstreacties meten en angst opnieuw opwekken

Jaswetz plaatst een kanttekening bij het reactiveren van de angstherinnering: “Uit de literatuur weten we dat er een bepaalde tijd nodig is voordat de herinnering compleet gereactiveerd is in de hersenen. Daarom hebben we de proefpersonen na de CS+R tien minuten naar een video met kleurtjes laten kijken. We kunnen niet testen of de herinnering (aan de CS+R) op moleculair niveau geactiveerd is, maar daar gaan we vanuit”, licht hij toe. De werkgeheugentaak die de proefpersonen uitvoerden: telkens komt een cijfer in beeld en je drukt de spatiebalk in als het cijfer hetzelfde is als twee cijfers ervoor.

Vol verwachting

Wat waren de verwachtingen van de onderzoekers voorafgaand aan dit driedaagse protocol? Ze gingen ervan uit dat de werkgeheugentaak met de cijfers het reconsolidatieproces verstoorde en daardoor de herinnering aan de vierkantjes met de schok minder aversief werd. Ze verwachtten aan het einde van dag drie dus een verminderde fysiologische respons (huidgeleiding) bij het zien van het vierkantje dat gereactiveerd was op dag twee (CS+R) en werd gevolgd door een cognitieve taak in vergelijking met het zien van een vierkantje dat niet was gereactiveerd (CS+).

Wat bleek? De verwachtingen van Jaswetz en collega’s werden niet bevestigd. Er was geen verschil in fysiologische reactie tussen de CS+R, de stimulus die op dag twee gereactiveerd werd en de CS+, de stimulus die niet gereactiveerd werd. “Blijkbaar hebben we het reconsolidatieproces in dit geval niet verstoord met de cognitieve taak. Beide stimuli roepen hetzelfde niveau van fysiologische respons op. De proefpersonen zijn dus even bang voor beide stimuli. Rond de tijd dat ik data verzamelde kwam er een paper uit van Chalkia en collega’s met een vergelijkbare studie¹ waarbij het reconsolidatieproces voor emotionele herinneringen ook niet verstoord werd. Het lijkt echter bij neutrale herinneringen wél te werken. Ik denk dat we het proces van reconsolidatie nog niet goed genoeg snappen om het te beïnvloeden en dat we nog niet weten waardoor het getriggerd wordt”, aldus Jaswetz.

Reconsolidatie en de praktijk

Wat is op basis van de bevindingen de boodschap die de onderzoekers willen overbrengen naar behandelaren in de praktijk? Jaswetz is voorzichtig: “In de literatuur wordt verondersteld dat reconsolidatie een rol speelt bij bijvoorbeeld EMDR. Meta-analyses laten zien dat EMDR effectief is, maar over het precieze werkingsmechanisme is nog veel onduidelijk. Ik denk dat behandelaren er rekening mee kunnen houden dat het verstoren van reconsolidatie niet het enige is dat de werking van EMDR kan verklaren. Natuurlijk wil ik hiermee niet zeggen dat EMDR niet werkt door reconsolidatie, want dat was niet de focus van onze studie. Er zijn veel randvoorwaarden waar rekening mee gehouden moet worden. Als een herinnering bijvoorbeeld één keer geactiveerd wordt volgt een reconsolidatieproces, maar als een herinnering meerdere keren wordt getriggerd, kan dat een extinctieproces in de hand werken. Dat ligt weer dichter bij de werking van exposure. Voorzichtigheid is dus geboden bij het uitleggen van het werkingsmechanisme van EMDR”.

Ondanks de onverwachte bevindingen is Jaswetz hoopvol: “wanneer we meer te weten komen over de werking van reconsolidatie kan de toepassing ervan in de behandeling van angststoornissen en trauma veelbelovend zijn. Er zijn ook aanwijzingen dat het bij verslavingen toegepast kan worden² ”. Meer onderzoek is dus nodig en Jaswetz en collega’s gaan daar vol goede moed mee verder.

Bronnen

  • Chalkia, A., Vanaken, L., Fonteyne, R. et al. Interfering with emotional processing resources upon associative threat memory reactivation does not affect memory retention. Sci Rep 9, 4175 (2019). https://doi.org/10.1038/s41598-019-40827-9
  • Exton-McGuinness, M. T., & Milton, A. L. (2018). Reconsolidation blockade for the treatment of addiction: challenges, new targets, and opportunities. Learning & memory, 25(9), 492-500.

Misschien ook interessant voor jou