ROM bij kinderen: een ondergeschoven kindje?

ROM bij kinderen met ASS leidt tot positievere uitkomsten op kwaliteit van leven

door Mieke Ketelaars
4 minuten leestijd

Hoewel routine outcome monitoring (ROM) steeds meer wordt toegepast in de volwassen hulpverlening, zien we dit nog minder in de jeugdhulpverlening. De Jong en collega’s vonden dat ROM in de vorm van Feedback Informed Treatment leidt tot betere uitkomsten in de kwaliteit van leven bij kinderen met ASS. Feedback Informed Treatment zorgde niet voor een vermindering in symptoomernst.

Jeugd?

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het systematisch evalueren van de voortgang van patiënten –  ROM – leidt tot betere resultaten. Dat kan deels worden verklaard doordat patiënt en therapeut samen meer op één lijn komen en een sterkere alliantie ontwikkelen. Het gunstige effect van ROM op de behandeluitkomst is echter vooral aangetoond bij volwassenen. Over de werking van ROM bij jeugdigen is nog niet veel bekend. De Jong en collega’s onderzochten de meerwaarde van ROM bij 186 kinderen en adolescenten met ASS. De behandeling zelf was divers: CGT, psycho-educatie en expressieve/psychomotore therapie. ROM werd vormgegeven volgens Feedback Informed Treatment (FIT). Bij FIT wordt er standaard door de therapeut en de patiënt aan het begin en het einde van elke therapiesessie geëvalueerd hoe het staat met de voortgang van de behandeling en de kwaliteit van de therapeutische relatie.

Kwaliteit van leven

Het toevoegen van FIT aan de reguliere behandeling bleek gunstige effecten te hebben op de kwaliteit van leven, maar niet op symptoomreductie. Dat resultaat is op zijn minst opvallend te noemen. Kwaliteit van leven wordt zelden meegenomen in onderzoek naar de meerwaarde van ROM. De vraag is echter wat er precies met kwaliteit van leven is gemeten, aangezien ouders informant waren. De onderzoekers vermoeden dat het oordeel van ouders over de kwaliteit van leven van hun kinderen afhangt van het stressniveau van ouders. Het stressniveau wordt weer bepaald door ouderlijke inschattingen over de ernst van de ASS-problematiek en de mate waarin de omgeving (waaronder ook de therapeut) aansluit bij de behoeften van ouders.

Ook de afwezigheid van een positief effect van ROM op symptoomernst is opvallend en tegenstrijdig met onderzoeksresultaten bij volwassenen. Mogelijk is het type problematiek van invloed op de meerwaarde van ROM. Bij ASS gaat het natuurlijk om een blijvende aandoening, hoewel de ernst van ASS met de tijd kan verminderen. Het zou kunnen dat ROM in dit geval geen effect heeft op de uitkomst.

Moeilijk

Om de meerwaarde van ROM voor de jeugdhulpverlening te kunnen bepalen is meer onderzoek nodig. Tegelijkertijd kan het voor kinderen lastig zijn om ROM-vragen te beantwoorden. Zeker niet in het geval van ASS. Toch waren veel therapeuten uit het onderzoek van de Jong enthousiast over het gebruik van ROM bij kinderen. Niet alleen om de voortgang te evalueren, maar ook als communicatiemiddel naar ouders.

Het gehele artikel is hier te vinden.

Bron

  • de Jong, R. K., Snoek, H., Staal, W. G., & Klip, H. (2019). The effect of patients’ feedback on treatment outcome in a child and adolescent psychiatric sample: a randomized controlled trial. European child & adolescent psychiatry28(6), 819-834.

Misschien ook interessant voor jou