Transdiagnostische CGT effectief bij emotieregulatie bij kinderen met autisme

Meer transdiagnostisch werken maakt de behandeldruk voor kinderen mogelijk lager

door VGCt
7 minuten leestijd

Weiss en zijn collega’s publiceerden in Journal of Child Psychology en Psychiatry de uitkomsten van hun studie waarin ze onderzochten of CGT effectief kan zijn bij het behandelen van zowel emotieregulatieproblemen als lachten die veel voorkomen bij kinderen met ASS.

Auteur: Saskia Mulder

Autisme en emotieregulatie

Naast de klassieke autismesymptomen heeft 30 tot 50% van kinderen met autisme (zonder een verstandelijke beperking) last van minimaal twee andere psychiatrische stoornissen en heeft tot 85% van deze kinderen last van emotionele problemen. Mogelijk worden deze problemen veroorzaakt door een verstoorde emotieregulatie. Recente reviews suggereerden al dat een verstoorde emotieregulatie kan werken als een transdiagnostisch probleem1. Emotieregulatieproblemen zijn geassocieerd met het ontstaan van angstproblematiek, depressie, eetstoornissen en middelenmisbruik 2,3,4. Ook was al eerder aangetoond dat wanneer klachten afnemen (zoals angst, depressie, middelen misbruik, eetstoornissen en bordelineproblematiek), er ook sprake is van een verbetering in emotieregulatievaardigheden5.

Transdiagnostische CGT bij ASS

Transdiagnostische cognitieve gedragstherapie (tcgt) werd al eerder ingezet voor het verbeteren van emotieregulatievaardigheden bij mensen met emotionele problemen, maar zonder autisme, met veelbelovende resultaten 6,7Weiss en collega’s verwachtten dat het gebruik van transdiagnostische cgt bij kinderen met ASS kan voorkomen dat kinderen verschillende soorten behandelingen voor verschillende comorbide stoornissen nodig hebben. Eerder onderzoek toonde al aan dat cgt effectief is in het verminderen van onder meer affectieve problemen bij deze doelgroep8

De effectiviteit

In hun gerandomiseerde wachtlijstcontrole-studie onderzochten ze de effectiviteit van een individuele tcgt-behandeling voor kinderen met ASS en hun ouders of primaire verzorgers. 68 kinderen van 8 tot 12 jaar met ASS deden mee aan het onderzoek, 80,8% van hen had minimaal één comorbide angststoornis, 75% had minimaal één comorbide gedragsstoornis, 63% had zowel een angst- als een gedragsstoornis.

Resultaten toonden aan dat tcgt effectief is in het verbeteren van emotieregulatievaardigheden en emotionaliteit van kinderen volgens ouders, maar niet volgens kinderen zelf (de vraag is of deze doelgroep in staat is dergelijke vaardigheden goed te beoordelen). Ook was de behandeling effectief in het verbeteren van adaptief gedrag (bijvoorbeeld sociale vaardigheden, leiderschap en aanpassingsmogelijkheden), aanpassingsgedrag en het verminderen van probleemgedrag waarneembaar voor anderen, maar niet in het verminderen van internaliserende en externaliserende problemen.

De scores op de ADIS-P totaalschaal (een semi gestructureerd interview over angst-, stemmings- en gedragsproblemen) daalden significant meer in de interventiegroep ten opzichte van de wachtlijstgroep. Tot slot was het klinisch oordeel over de vooruitgang van de kinderen in de interventiegroep ook significant beter dan die van de kinderen in de wachtlijstgroep. Deze resultaten bleven behouden bij de follow-up meting tien weken later.

Conclusie

De resultaten van deze studie geven richting aan het idee dat transdiagnostische cognitieve gedragstherapie voor kinderen met autisme effectief zou kunnen zijn op een breder klachtengebied. Meer transdiagnostisch werken maakt de behandeldruk voor kinderen mogelijk lager en laat behandelingen efficiënter verlopen.

Bron

  • Weiss, J. A., Thomson, K., Burnham Riosa, P., Albaum, C., Chan, V., Maughan, A., … & Black, K. (2018). A randomized waitlist‐controlled trial of cognitive behavior therapy to improve emotion regulation in children with autism. Journal of Child Psychology and Psychiatry. doi:10.1111/jcpp.12915

Het artikel kun je gratis downloaden.

Secundaire bronnen

  1. Aldao, A., Nolen-Hoeksema, S., & Schweizer, S. (2010). Emotion- regulation strategies across psychopathology: A metanalytic review. Clinical Psychology Review30, 217–237. doi.org/10.1016/j.cpr.2009.11.004
  2. Broderick, P.C., & Korteland, C. (2004). A prospective study of rumination and depression in early adolescence. Clinical Child Psychology and Psychiatry9, 383–394. doi-org.proxy.library.uu.nl/10.1177/1359104504043920
  3. Kranzler, A., Young, J.F., Hankin, B.L., Abela, J.R.Z., Elias, M.J., & Selby, E.A. (2016). Emotional awareness: A transdiagnostic predictor of depression and anxiety for children and adolescents. Journal of Clinical Child & Adolescent Psychology45, 262–269. doi-org.proxy.library.uu.nl/10.1080/15374416.2014.987379
  4. Nolen-Hoeksema, S., Stice, E., Wade, E., & Bohon, C. (2007). Reciprocal relations between rumination and bulimic, substance abuse, and depressive symptoms in female adolescents. Journal of Abnormal Psychology116198–207. Doi:10.1037/0021-843X.116.1.198
  5. Sloan, E., Hall, K., Moulding, R., Bryce, S., Mildred, H., & Staiger, P.K. (2017). Emotion regulation as a transdiagnostic treatment construct across anxiety, depression, substance, eating and borderline personality disorders: A systematic review. Clinical Psychology Review57, 141–163. doi.org/10.1016/j.cpr.2017.09.002
  6. Chu, B.C., Crocco, S.T., Esseling, P., Areizaga, M.J., Lindner, A.M., & Skriner, L.C. (2016). Transdiagnostic group behavioral activation and exposure therapy for youth anxiety and depression: Initial randomized controlled trial. Behaviour Research and Therapy76, 65–75. doi.org/10.1016/j.brat.2015.11.005
  7. Ehrenreich-May, J., Rosenfield, D., Queen, A.H., Kennedy, S.M., Remmes, C.S., & Barlow, D.H. (2017). An initial waitlist-controlled trial of the unified protocol for the treatment of emotional disorders in adolescents. Journal of Anxiety Disorders46, 46–55. doi.org/10.1016/j.janxdis.2016.10.006
  8. Weston, L., Hodgekins, J., & Langdon, P.E. (2016). Effectiveness of cognitive behavioural therapy with people who have autistic spectrum disorders: A systematic review and metaanalysis. Clinical Psychology Review49, 41–54. doi.org/10.1016/j.cpr.2016.08.001

Misschien ook interessant voor jou