Zorgstandaarden: nuttig of niet?

Onderzoek toont hiaten in praktische uitvoering zorgstandaarden

door Mieke Ketelaars
4 minuten leestijd

Zorgstandaarden beschrijven waar kwalitatief goede zorg aan moet voldoen vanuit het perspectief van de patiënt. Maar worden de standaarden in de praktijk überhaupt ingezet? En in hoeverre ervaren zorgverleners nut van de zorgstandaarden? Akwa GGZ en de Nederlandse ggz onderzochten dat vorig jaar. De conclusie? Er is nog wel wat ruimte voor verbetering.

Zorgstandaarden moeten zorgverlener en patiënt helpen om goede zorg vorm te geven. Een mooi idee, maar in de praktijk wordt de bruikbaarheid van de omvangrijke documenten nog wel eens betwist. Akwa GGZ en de Nederlandse ggz onderzochten wat de ervaringen van zorgverleners zijn en welke knelpunten er worden gesignaleerd. Het onderzoek vond plaats onder 1.000 professionals in 59 teams en richtte zich specifiek op het gebruik van de zorgstandaarden ADHD, angst, bipolaire stoornissen, persoonlijkheidsstoornissen en psychose. Voor het gemak vatten we de belangrijkste conclusies hieronder kort samen.

Generieke bevindingen

  • Herstel, samen beslissen & het betrekken van naasten. Op deze thema’s zijn er veel verschillen tussen en binnen teams. Op het gebied van samen beslissen ziet twee derde van de teams verbetermogelijkheden. Voor veel teams is de vertaalslag naar herstelondersteuning is lastig. Uitvoeringsvraagstukken en handelingsverlegenheid zijn knelpunten in het betrekken van naasten.
  • Evalueren van behandeling. Het nut van evalueren als onderdeel van de behandeling wordt niet door iedereen gezien. Sommige teams zien het als een verplichting en de verschillen tussen en binnen teams zijn ook hier groot.
  • Van licht naar zware ondersteuning. Hoewel de zorgstandaarden zijn op gebouwd van licht naar zwaar, is dit niet altijd wat er in de praktijk gebeurt. Dit heeft te maken met patiëntvoorkeuren en capaciteitsproblematiek. Psycho-educatie wordt niet altijd ingezet, terwijl dit wel een belangrijk onderdeel is van de zorgstandaarden.
  • Tekort aan kennis. Veel zorgverleners geven aan dat ze kennis missen over de te behandelen problematiek.
  • Overkoepelende samenwerking. Soms is samenwerking tussen afdeling of organisaties nodig om de juiste zorg te kunnen bieden. Die samenwerking blijkt niet altijd soepel te verlopen.

Bevindingen per zorgstandaard

Naast de generieke bevindingen over de zorgstandaards heen, zijn er ook enkele opvallende resultaten voor de specifieke zorgstandaarden.

  • De helft van de teams start met een combinatie van CGT en medicamenteuze behandeling, terwijl de zorgstandaard adviseert om te starten met enkelvoudige behandeling.
  • Hoewel de zorgstandaard medicatie aanbeveelt enkel met medicatie te starten in overleg met een psychiater, wordt er geregeld mee gestart wanneer patiënten op de wachtlijst komen te staan.
  • Het aanbod specifieke therapieën is voldoende, maar dat van generieke therapieën loopt achter. Ook is er sprake van capaciteitsproblematiek.
  • Ondanks dat CGT de voorkeursbehandeling is én het over het algemeen wel onderdeel is van het zorgaanbod van zorgverleners, wordt CGT bij het overgrote deel van de patiënten niet systematisch toegepast. Het aanbod van optionele interventies is groot.

Concluderend lijkt het erop dat er nog wel wat terrein te winnen is als het gaat om het vertalen van zorgstandaard naar de praktijk.

Download de samenvatting van Akwa GGZ en de Nederlandse ggz

Download het hele rapport

Misschien ook interessant voor jou