Ook PTSS-zorg kán en moet beter!

Concrete afspraken in verbetersignalement Zinnige Zorg

door VGCt
3 minuten leestijd

De zorg voor mensen met een posttraumatische stress-stoornis (PTSS) moet nog beter. De bij deze zorg betrokken zorgverzekeraars, cliëntenorganisaties, zorginstellingen en professionals en het Zorginstituut hebben de afspraken hierover vastgelegd in het Verbetersignalement PTSS. Deze publicatie is onderdeel van de Zinnige Zorg-aanpak van het Zorginstituut Nederland (ZiN) ; hierbij werkt het Zorginstituut samen met cliënten en andere partijen om te kijken of de zorg voor een specifieke aandoening patiëntgericht, effectief en gepast is. Het rapport is inmiddels uit en ZorgInstituut Nederland (ZiN) constateert een aantal issues rondom PTSS zorg:

Auteur: Birgit Booij

  • PTSS wordt niet altijd herkend. Dit betreft naar schatting 18-35% van de mensen die in de GGz wordt behandeld;
  • Behandeling vindt lang niet altijd plaats conform de richtlijn. Op dit moment ontvangt ongeveer slechts 40% procent van de cliënten met PTSS een traumagerichte psychologische behandeling conform de richtlijn;
  • De multidisciplinaire richtlijn is verouderd. De Nederlandse multidisciplinaire richtlijn (MDR) ‘Angststoornissen/PTSS’ beveelt twee eerstekeuzebehandelingen aan: traumagerichte cognitieve gedragstherapie (TF-CGt) en/of eye movement desensitization and reprocessing (EMDR). De recente Engelse NICE-richtlijn beveelt voor PTSS nog andere traumagerichte psychologische interventies aan dan in de huidige Nederlandse richtlijn staan.
  • Er is sprake van overmedicatie. Circa 40% van de cliënten die in de gespecialiseerde ggz worden behandeld voor PTSS krijgt benzodiazepinen voorgeschreven. Benzodiazepinen worden echter niet aanbevolen in de richtlijn ‘PTSS’ en werken mogelijk zelfs contraproductief bij mensen met PTSS. Langdurig gebruik wordt afgeraden, mede vanwege de kans op verslaving;
  • Er vindt onvoldoende terugkoppeling plaats van de GGZ richting huisarts. Wanneer de huisarts iemand verwijst naar de GGZ, ontvangt hij, na goedkeuring van de cliënt, informatie over het behandeltraject. In de Multidisciplinaire Richtlijn staan meerdere momenten genoemd waarop de GGZ een terugkoppeling geeft aan de huisarts over de cliënt. In de praktijk blijkt er niet altijd terugkoppeling plaats te vinden.

Acties

In een eerste aanzet heeft ZiN al een aantal voorstellen gedaan voor verbetering. Zo moeten richtlijnen, zorgstandaarden en cliënteninformatie op onderdelen worden geactualiseerd of aangescherpt. Om PTSS beter te herkennen is het behulpzaam dat ook bestaande, daarmee samenhangende, richtlijnen aandacht besteden aan ingrijpende gebeurtenissen en klachten. Om (langdurig) gebruik van benzodiazepinen te signaleren, moeten mensen met PTSS die in de GGz in behandeling zijn, regelmatig langskomen bij een behandelaar. Betere publieks- en cliënteninformatie over PTSS kan er ten slotte toe bijdragen dat mensen met PTSS hulp zoeken en hun ervaringen en klachten bespreken.

In  de komende periode wordt er een plan van aanpak opgesteld. In dat plan moet ook aandacht zijn voor de factoren die het aanbieden en daadwerkelijk geven van PTSS behandeling belemmeren en bevorderen. ZiN ziet daarvoor een belangrijke rol weggelegd voor P3NL. Maar natuurlijk kan ook jij je steentje bijdragen, door het rapport te verspreiden en het erover te hebben. We willen immers allemaal dat PTSS-behandeling beter geïmplementeerd wordt.

Wil je het hele rapport lezen? Klik dan hier.

Misschien ook interessant voor jou