Sessiefrequentie van invloed op uitkomst depressiebehandeling

Twee keer per week sessies zorgt voor betere uitkomsten

door Mieke Ketelaars
3 minuten leestijd

Alles met mate is het adagium, behalve als het aankomt op sessiefrequentie, zo valt uit een recent onderzoek van Sanne Bruijniks en collega’s op te maken. Met twee keer per week CGT of IPT is het behandelresultaat van patiënten met depressie beter dan wanneer de behandeling slechts eenmaal per week plaatsvindt. Bovendien vallen minder patiënten uit.

In de RCT werden patiënten willekeurig toegewezen aan IPT of CGT. Daarnaast werden ze ingedeeld in een hoogfrequente behandelgroep (2x per week) en een laagfrequente behandelgroep (1x per week). De hoogfrequente groep bleek sneller resultaat te boeken en minder depressieve symptomen over te houden dan de laagfrequente groep. Ook op maten als geluksgevoel bleek het effect van behandelfrequentie significant. Tussen IPT en CGT waren geen verschillen zichtbaar, hoewel moet worden opgemerkt dat de groepen hiervoor erg klein waren.

Werkingsmechanisme

Volgens de onderzoekers zijn er verschillende verklaringen mogelijk voor het effect van sessiefrequentie op behandeluitkomst. Zo zou een hogere sessiefrequentie ervoor zorgt dat patiënten de inhoud van de sessies beter onthouden, waardoor ze therapievaardigheden beter ontwikkelen. Maar het zou ook kunnen dat een hogere frequentie de therapeutische relatie verbetert, waardoor patiënten meer gemotiveerd zijn en hun huiswerk beter doen.

Beperkte effectiviteit

Ondanks de positieve resultaten valt op dat de succespercentages over de gehele linie tegenvallen. Slechts 17 tot 33 procent van de patiënten had na behandeling een resultaat dat klinisch relevant is en de meeste patiënten hielden last van  matige symptomen van depressie. Zelf wijten de onderzoekers dit aan een hoge variatie in therapeuten en settings, waardoor de behandelkwaliteit vrij laag was. Tegelijkertijd maakt dit het onderzoek wel extern valide.

Duurder?

Een veelgehoorde kritiek op meer intensieve vormen van behandeling is dat het duurder is en voor langere wachttijden zorgt. Dit hoeft echter niet het geval te zijn, omdat een hogere wekelijkse frequentie ervoor kan zorgen dat een behandeling eerder afgesloten kan worden. In het onderzoek van Bruijniks en collega’s vond de tweewekelijkse variant in 8 weken plaats, met nog 4 afsluitende sessies in de maximaal 8 weken die erop volgden. In vergelijking: de wekelijkse, laagintensieve variant kende een duur van 16 weken, met dezelfde vier afsluitende sessies in maximaal 8 weken.

Bron

  • Bruijniks, S. J., Lemmens, L. H., Hollon, S. D., Peeters, F. P., Cuijpers, P., Arntz, A., … & van den Boogaard, M. The effects of once-versus twice-weekly sessions on psychotherapy outcomes in depressed patients. The British Journal of Psychiatry, 1-9.

Misschien ook interessant voor jou