Werkbezoek PI Vught

door VGCt
3 minuten leestijd

De therapeutische behandeling van gedetineerden spreekt tot de verbeelding. Wat gebeurt er binnen de muren van een Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC)? Volgens welke visie worden de gedetineerden behandeld? En wat is de rol van bewaarders en ondersteunend personeel bij de behandeling? Sectie forensische CGt ging vorige maand op bezoek bij PI Vught. 

Auteur: Nienke Streng

‘Op donderdag 21 april staan onder een stralende zon ongeveer 25 VGCt-leden en vijf studenten van de Universiteit Utrecht voor de poorten van de PI te Vught. Tussen de unitgebouwen door, vroeger de locaties van de concentratiekamp-barakken, lopen we tussen brede groenstroken richting het PPC. We worden welkom geheten door Erik Masthoff, directeur zorg en behandeling: Erik: ‘Ik ben praatgraag’, waarschuwt hij ons, ‘maar we staan erg open voor de visie en opmerkingen van buitenstaanders als jullie, dus onderbreek me maar.’

Erik neemt ons mee op een PPC-vogelvlucht en legt uit dat de patiënten, hoe lang (of kort) de detentieperiode ook is, behandeld worden volgens het RNR (Risk Need Responsivity)-model. Het behelst een visie die elke medewerker moet delen: de detentieperiode moet bijdragen aan resocialisatie. Masthoff gebruikt de metafoor van de naughty-chair van een bepaalde RTL4-nanny: ‘Een time-out zonder prikkels moet niet te lang duren, anders wordt de patiënt er alleen maar gekker op”. Zodoende heeft een van de separeercellen inmiddels een touchscreen waarop de patiënt muziek kan luisteren en spelletjes kan spelen. Dit moet voorkomen dat de prikkelarme omgeving een psychose kan verergeren.

Masthoff geeft aan dat deze visie zeven jaar geleden werd ingevoerd. Bij de introductie moest met name het ondersteunend personeel switchen van een ‘Machocultuur-met-commandostructuur’ naar een pedagogisch klimaat met de blik naar buiten. Een ronde over een aantal afdelingen leert dat de medewerkers deze visie nu allen lijken te dragen en de sfeer in de huiskamer bijna gezellig aan doet. Zelfs op de deur van de luchtkooi blijkt dat een separeerperiode kan bijdragen aan een beter humeur: “LEVEN DE KONING” staat er gekrast, met een hartje ernaast om dat nog eens te onderstrepen.

Een lezing van Gz-psychologe Mieke Schoenmakers over schematherapie in het PPC geeft verdieping voor de aanwezige therapeuten. Ze vertelt over de verschillende schema’s en modi van de meest voorkomende AS II-profielen binnen detentie. Mieke geeft aan dat therapie, ook als de patiënt maar een paar weken op de afdeling verblijft, een verschil kan maken. Daarin heeft het PPC wellicht een vooruitstrevende visie, want de aanbevolen frequentie voor deze vorm van therapie is twee keer per week voor drie tot vijf jaar. Mieke geeft haken en ogen van de therapie in deze setting toe. Ze houdt een pleidooi voor bijscholing van ook de bewaarders, en geeft als voorbeeld dat het belangrijk is om overdracht en tegenoverdracht van schema’s te kennen.

Het laatste deel van de middag worden we verdeeld in twee groepen voor een rondleiding over de luchtplaats, langs de vaktherapieën en krijgen we een cel van binnen te zien met uitleg van een gedetineerde over zijn behandeling. Veel therapeuten krijgen de kans onderzoek te doen naast hun werkzaamheden. Zo doet muziektherapeute Clare MacFarland onderzoek naar een zelf ontwikkelde module die kan bijdragen aan traumaverwerking bij PTSS. Bij PMT-er Ron in het lokaal krijgen we als groep een voel-oefening, een uitdaging voor doorgaans ‘denkende’ therapeuten.

Door de zon en een aantal zeer langzaam opengaande sluishekken lopen we weer richting het detectiepoortje. Er is nog een weg te gaan met een recidive cijfer (over de gehele PI) van 70%, maar in zeven jaar tijd lijkt de PPC aanzienlijk te hebben bijgedragen aan een verandering in het detentieklimaat.’

Misschien ook interessant voor jou