Behandelintegriteit: wanneer wel en wanneer niet?

Betrokkenheid patiënt speelt een rol bij behandelintegriteit

door Mieke Ketelaars
5 minuten leestijd

Hoewel behandelintegriteit wenselijk is, kunnen er goede overwegingen zijn om van een behandelprotocol af te wijken. Met name gedrag van patiënten blijkt aanleiding om af te wijken, zo blijkt uit onderzoek van Snippe en collega’s. Dit hoeft echter geen negatieve impact te hebben op de behandeluitkomst.

Om ervoor te zorgen dat een behandeling wordt uitgevoerd zoals bedoeld, wordt er vaak nadruk gelegd op het naleven van een behandelprotocol. Het idee hierachter is dat een goede behandelintegriteit uiteindelijk leidt tot een betere behandeluitkomst. Een meta-analyse uit 2010 (Webb et al., 2010) laat echter zien dat dit niet automatisch opgaat. Dat komt waarschijnlijk omdat de werkelijkheid grilliger is dan we denken. Er zijn immers verschillende redenen om van een behandelprotocol af te wijken. Sommige therapeuten zijn flexibel in het toepassen van een protocol omdat ze willen aansluiten bij de behoeften van een patiënt. Bijvoorbeeld omdat een patiënt in de week voorafgaande aan de behandelsessie iets naars heeft meegemaakt en de therapeut besluit om hier tijd voor te reserveren en empathisch en warm te reageren in plaats van het protocol te volgen. In dat geval zou het niet volgen van het protocol juist kunnen bijdragen aan het uiteindelijke behandelsucces.

Maar behandelintegriteit hangt niet alleen af van therapeutisch handelen. Ook patiënten spelen hier een rol in doordat ze bijvoorbeeld oefeningen weigeren, waardoor een therapeut uiteindelijk genoodzaakt is om van het protocol af te wijken. Met hun onderzoek wilden Snippe en collega’s onderzoeken of gedrag van de patiënt of therapeut invloed hebben op de mate van behandelintegriteit. En of dit een effect heeft op de behandeluitkomst. Het onderzoek werd gedaan onder 61 patiënten met diabetes en comorbide depressieve symptomen die CGT of MBCT kregen. Behandelintegriteit werd beoordeeld aan de hand van observaties over het doen en uitvragen van specifieke oefeningen, het geven en bespreken van huiswerk en het geven van psycho-educatie. De therapeuten volgende klinische training voorafgaande aan het geven van de behandeling en namen deel aan supervisie.

Daling behandelintegriteit

Over het algemeen was er een goede behandelintegriteit, hoewel deze tussen de tweede en zesde sessie zakte. Voor CGT was er sprake van een teruggang van 90 procent naar 86 procent. Bij MBCT  zakte de behandelintegriteit van 91 procent naar 71 procent. Betrokkenheid van de patiënten bleek gerelateerd aan de behandelintegriteit bij beide behandelvormen: wanneer patiënten actief meewerkten aan de behandeling, werd het protocol beter door therapeuten gevolgd. Opvallend genoeg bleek dat sterkere interpersoonlijke vaardigheden van de therapeut gerelateerd waren aan een lagere behandelintegriteit. Dit gold echter alleen in het model waarin werd gecontroleerd voor betrokkenheid van patiënten. Uiteindelijk bleek het gedrag van de therapeut en het gedrag van de patiënt niet van invloed op de behandeluitkomst.

Redenen voor niet naleven

Wat maakt nu dat therapeuten besluiten af te wijken van het protocol? Voor de groep die een lage behandelintegriteit had keken Snippe en collega’s naar mogelijke redenen. Vaak bleek het gedrag van patiënten aanleiding voor het niet naleven van het protocol. Een relatief veelvoorkomende oorzaak was bijvoorbeeld dat de patiënt erg breedsprakig was. Maar uit observaties bleek dat ook het niet doen van huiswerk, het overwegen te stoppen met therapie of een voorval voorafgaande aan de sessie redenen waren. Minder vaak was het gedrag van de therapeut zelf aanleiding voor een lage behandelintegriteit.

Bespreek behandelintegriteit in supervisie

Wat kunnen we met bovenstaande resultaten? De belangrijkste conclusie lijkt dat behandelintegriteit altijd in de context van de behandeling zelf moet worden beoordeeld. Is het afwijken van het protocol in het belang van de patiënt? Of zijn er minder valide redenen? Door op die manier te kijken naar keuzes van een therapeut, garanderen we uiteindelijk de beste zorg voor patiënten.

Wil je het hele artikel lezen? Dat is hier gratis te lezen.

Bron

  • Snippe, E., Schroevers, M. J., Tovote, K. A., Sanderman, R., Emmelkamp, P. M., & Fleer, J. (2019). Explaining variability in therapist adherence and patient depressive symptom improvement: The role of therapist interpersonal skills and patient engagement. Clinical psychology & psychotherapy26(1), 84-93.

Misschien ook interessant voor jou