Werkbezoek de Waag – Partnergeweld

Verslag van sectie forensische cgt

door VGCt
9 minuten leestijd

‘Waarom moeilijk doen als het samen kan’ – Loesje

Op een redelijk zonnige nazomermiddag vond op 20 september bij de Waag in Leiden een studiemiddag plaats rondom huiselijk geweld. De middag werd georganiseerd door de sectie forensische cgt en er waren ongeveer 25 mensen aanwezig.

Auteur: Miranda Tong Sang

Partnergeweld – door Chris Dijkhuizen

Chris Dijkhuizen vertelt dat de behandelingen bij de Waag als volgt zijn opgebouwd:

  • pre-behandeling (max 12 weken met daarin de intake en risicotaxatie)
  • de behandelfase
  • een nazorgtraject

De Waag heeft verschillende zorglijnen en aandachtsgebieden met eigen zorgprogramma’s (b.v. seksueel grensoverschrijdend gedrag, huiselijk geweld, agressie en vermogen en jeugd). Huiselijk geweld wordt onderverdeeld in drie categorieën: psychisch geweld, fysiek geweld en seksueel geweld. 29% van alle volwassen mannen en vrouwen in Nederland is ooit slachtoffer geweest van partnergeweld. Ongeveer 6% heeft ernstige mishandeling meegemaakt. 60% van de slachtoffers is vrouw. 65% van het geweld is lichamelijk, 8% seksueel en 27% psychisch geweld. Ingegaan wordt op de gevolgen van geweld (fysiek, psychisch/emotioneel en op andere gebieden zoals werk, huisvesting en financiën). Daarnaast wordt het effect op kinderen belicht. 58% van het partnergeweld vindt plaats in een gezinssituatie. 200.000 kinderen per jaar zijn getuige van partnergeweld; uit onderzoek blijkt dat getuige zijn van geweld net zo schadelijk is als zelf geslagen worden.

Behandeling gebeurt het liefst met beide partners samen. De Waag heeft verschillende behandel hoofdmodules: veiligheid, relatiepatronen en relatievaardigheden. Twee optionele modules zijn controlerend gedrag en intimiteit en seksualiteit. In de module veiligheid worden doelen besproken en ook psycho-educatie is een belangrijk onderdeel. Er wordt een veiligheidskaart opgesteld met daarin de zorgen, krachten en doelen. In de module relatiepatronen wordt aandacht besteed aan het gemeenschappelijke en de verbondenheid, de interactiepatronen (achtervolg en vlucht, in de aanval en afstand). Aan de hand van een casus gaan de deelnemers in tweetallen oefenen met het in kaart brengen van de interactiepatronen en onderliggende emoties. Samen met de cliënten wordt onderzocht waar de patronen vandaan komen, waarbij de gehechtheid een belangrijk thema is. Zodoende wordt een genogram opgesteld om de leergeschiedenis in kaart te brengen. Vervolgens wordt besproken hoe de patronen doorbroken kunnen worden en hoe oude schade hersteld kan worden. Bij de module relatievaardigheden is het doel effectiever met elkaar communiceren, waarbij aandacht is voor conflictaanjagers, -remmers en conflicthantering.

Vanuit de zaal wordt gevraagd in hoeverre er contra-indicaties zijn voor de behandeling. Genoemd wordt dat problemen op het gebied van verstandelijke beperking en autisme contra-indicaties kunnen zijn. Ook (pure) psychopathie, wat weinig voorkomt, kan een contra-indicatie zijn voor gezamenlijke gesprekken. Vanuit de jeugdsector wordt de vraag gesteld of de behandeling ook in vechtscheidingen wordt aangeboden. Chris geeft aan dat dit erg complex is.

Chris Dijkhuizen: cdijkhuizen@dewaagnederland.nl

Hoofdbehandelzaken: ekleinhaneveld@dewaagnederland.nl (verantwoordelijk voor protocol) voor meer info over het protocol.

FAST – door Erez Shalita

De tweede presentatie gaat over Forensische Ambulante Systeem therapie (FAST), de opvolger van Multisysteemtherapie (MST). FAST valt onder de zorglijn jeugd. FAST is een intensief outreachende ambulante behandeling voor jongeren (en hun systeem) tussen de 12 en 19 jaar met ernstige gedragsproblemen. Doel is het verminderen van antisociaal en/of grensoverschrijdend (recidief) gedrag waardoor uithuisplaatsing of detentie wordt voorkomen. Agressie brengt crisis, waardoor vaak gedacht wordt aan uit huisplaatsing. De behandeling kenmerkt zich door het richten op een intensieve samenwerking met de omgeving van het gezin (‘we willen vrienden worden met iedereen’), meerdere contacten per week voor ca. 4-8 maanden en een systemische en individuele aanpak. FAST beoogt niet ouders die reeds 15 jaar beperkt in staat zijn gebleken bepaalde opvoedkundige vaardigheden uit te oefenen dit in een paar maanden tijd wel bij te brengen, maar probeert zo goed mogelijk aan de sluiten bij de mogelijkheden van het gezin. Krachten van FAST lijken gelegen in het intensieve en outreachende karakter, de systemische kijk en de wijze waarop naar de jongere en het systeem wordt gekeken. Daar waar een groot gedeelte van de omgeving ‘klaar’ is met de jongere gaat de behandelaar toch weer het contact aan en wordt ingezet op het engagen en motiveren van ‘sleutelfiguren’. Erez waarschuwt ervoor niet te snel in oplossingen en het uitvoeren van interventies te schieten, maar eerst terug te gaan naar de basics; wie doet wat precies en wanneer (analyseren) om vervolgens een plan te maken wat wanneer aan te gaan pakken. Bij de analyse wordt in kaart gebracht wat de individuele oudergerelateerde factoren, de relationele/systemische factoren, de individuele factoren en de omgevingsfactoren zijn. Na de uitleg over FAST worden de deelnemers aan het werk gezet; een van de deelnemers interviewt plenair Danny en zijn ouders in een rollenspel (gespeeld door FAST-therapeuten) over hoe het gaat thuis. Danny en vader komen vaak in een conflictsituatie terecht, waarbij er over en weer geslagen wordt. Moeder houdt niet van ruzies en probeert deze vooral te vermijden, waardoor er onduidelijkheid ontstaat over regels en afspraken omtrent Danny. De rest van de groep kijkt naar de factoren die de agressie veroorzaken en in stand houden, welke na afloop plenair op de flipover worden genoteerd, zoals ook in de therapie wordt gedaan. De eerste analyse van de problemen duurt ca. 4-6 weken.

Resolutions Approach – door Annemariek Sepers

Annemariek is werkzaam bij Stichting Centrum ’45. Zij licht toe dat Stichting Centrum ’45 ook een kind, gezin en trauma afdeling heeft. Annemariek vertelt ons over de Resolutions Approach. Drie fasen in de aanpak van kindermishandeling zijn: veiligheid, risico en herstel, waarbij veiligheid de gehele behandeling door een rol speelt. In de fase ‘veilig’ wordt er in koppels samengewerkt (Centrum ’45, De Waag en Rivierduinen). Alle ketenpartners worden hierbij uitgenodigd. De methode die in deze fase gebruikt wordt is de Resolutions Approach. Dit is gebaseerd op: Als er ‘niets aan de hand’ is (Turnell & Essex) en ‘Veilig opgroeien’ (Turnell & Essex). Resolutions Approach is een therapeutische aanpak. Het in kaart brengen van de veiligheid gebeurt via de methode van signs of safety, vervolgens wordt de methode van de Resolutions Approach gebruikt. Belangrijke visiepunten die belangrijk zijn bij de Resolutions Approach zijn: samenwerking (mét ouders en ketenpartners) waarbij het uitgangspunt is geen besprekingen te hebben over het gezin, slechts mét het gezin. Vanuit de GGZ is de invalshoek richting ouders hoe kunnen wij ervoor zorgen dat de ketenpartners (casusregisseur) geen zorgen meer heeft over veiligheid in de toekomst. Een ander belangrijk visie/uitgangspunt is het feitelijk signaleren (meldcode stap 1). Belangrijk is om feitelijk te benoemen wat de zorgen zijn (b.v. er zijn politiemeldingen geweest, school zegt…) i.p.v. te spreken over kindermishandeling en de gevolgen voor het kind te bespreken. Vanuit de deelnemers wordt gevraagd in hoeverre de methodiek ook te gebruiken is bij vechtscheidingen. Annemariek geeft aan dat de methodiek daar niet bijzonder geschikt voor is, er wordt dan eerder gedacht aan Kinderen uit de knel. Een derde uitgangspunt is het in je hoofd houden van meerdere scenario’s over hoe het is gegaan. Als therapeut wordt niet aan waarheidsvinding gedaan. Meer scenario’s leidt tot meer handvatten om geweld in de toekomst te voorkomen. Resolutions Approach is vooral voor ouders die kindermishandeling ontkennen.

De stappen van Resolutions Approach zijn: 1. Voorbereiding. 2. Werkrelatie en signalen van gevaar en veiligheid. 3. Beeldverhaal (words and pictures), 4. Voorlopig veiligheidsplan, 5. De familie van hiernaast (rollenspel), 6. Definitief veiligheidsplan en 7. Follow-up booster sessies. Vervolgens worden de toehoorders aan het werk gezet. Aan de hand van de volgende 4 vragen is de opdracht op een flipover 4 tekeningen te maken:

  • Wie maken zich zorgen?
  • Waar maken ze zich zorgen over?
  • Wat is er tot nu toe aan gedaan?
  • Wat gaan we er nog aan doen?
  • Het vijfde plaatje is het veiligheidsplan.

Iedereen gaat fanatiek aan de slag en moet aangespoord worden de tekeningen af te ronden.

De ouders en de therapeut maken samen de plaatjes, vanuit het perspectief van het kind. Het doel van words and pictures is het geven van informatie aan de kinderen. Uit onderzoek naar kinderen met KOPP-problematiek is gekomen dat klachten bij kinderen worden verminderd als zij goed geïnformeerd zijn. Een ander doel is dat ouders één verhaal presenteren richting het kind, een ‘agree to disagree’ bereiken. Het veiligheidsplan wordt opgesteld aan de hand van dit verhaal. In de praktijk blijkt dat traumabehandeling bij de kinderen soms pas kan plaatsvinden nadat Words and pictures is gedaan en besproken met de kinderen. Annemariek pleit ervoor dat kinderen weten wat er met hun lichaam is gebeurd en ouders dus gemotiveerd moeten worden om mee te werken aan de Words and pictures zodat dit gebruikt kan worden als de kinderen groter zijn. Doel is het gesprek met de kinderen op gang te brengen en hen te valideren.

Wil je meer weten over Resolutions Approach? Op vrijdagmiddag tijdens het VGCt najaarscongres wordt er nog een presentatie gegeven over de Resolutions Approach waarbij met name aandacht is voor het rollenspel.

We kijken terug op een geslaagde studiemiddag waarbij de deelnemers actief betrokken werden en er door de beperkte groepsgrootte voldoende ruimte was voor uitwisseling en het stellen van vragen.

Misschien ook interessant voor jou