Mooi werkmoment – Paniekaanvallen opwekken

Welk mooi moment uit de praktijk zul je niet snel vergeten? In deze editie vertellen Vera Waskowskij en Lisa Roelofs over een bijzondere case.

door VGCt
6 minuten leestijd

Bij GGZ Oost Brabant werden zo’n drie jaar geleden op elke jeugdlocatie exposure groepsbehandelingen geïntroduceerd. Collega’s op de afzonderlijke locaties speelden een belangrijke rol in de opzet van de behandelingen. In Boxmeer pakten Lisa Roelofs en Vera Waskowskij – beiden gz-psycholoog – dit samen op. Inmiddels hebben ze drie groepen begeleid. In Mooi Werkmoment delen ze het verhaal van een cliënte die veel baat had bij exposure.

Deelnemers aan de groepsbehandeling zijn al bekend bij GGZ Oost Brabant. Het intake­gesprek is dus geen kennismaking, maar wordt gebruikt om de doelen voor de groepsbehandeling scherp te krijgen. “We vragen cliënten wat zij verwachten dat er gebeurt als zij worden bloot­gesteld aan hun angst”, vertelt Lisa. “En we bespreken welk gedragsexperiment daarbij past.” Lisa herinnert zich het intakegesprek met het meisje uit dit verhaal. “Lexie [een fictieve naam, red.] was 21 jaar en had al zes jaar last van hevige paniekaanvallen. Eerdere negatieve ervaringen in de ggz zorgden ervoor dat ze geen vertrouwen had in de groepstherapie. Zo werd haar problematiek meermaals als te complex gezien, zat ze aan het maximum aantal sessies in de bggz waardoor ze niet verder geholpen kon worden en kwam ze op wachtlijsten terecht zonder dat de behandeling uit eindelijk aangeboden werd. Het was een uitdaging om haar vertrouwen te winnen.” Lisa en Lexie kwamen tot een compromis; ze zouden in ieder geval de eerste zes sessies doen, tot de tussentijdse evaluatie. Daarna zouden ze besluiten om wel of niet door te gaan.

Focus verleggen

Lisa vertelt dat Lexie de hoeveelheid paniekaanvallen die ze had gehad als belangrijkste graadmeter zag voor hoe het met haar ging. “Ze was gefocust op het laten stoppen van de aanvallen. Ze was heel bang om een aanval te krijgen op haar werk, of op straat. Schaamte, angst voor bemoeienis en de naarheid van de aanvallen zelf speelden hier de voornaamste rol.” Ook tijdens de sessies was dat waar Lexie op focuste. In de therapie richtten Lisa en Vera zich niet op het laten afnemen van de paniekaanvallen, maar op de overtuiging van Lexie dat ze haar paniekaanvallen niet aankon of dat mensen haar afwezen. Lisa: “Gesprekken gingen dus niet over wat de paniekaanval met haar deed, maar over hoe ze ermee was omgegaan en of haar angsten werkelijkheid waren geworden. Was het werkelijk zo dat mensen haar hadden afgewezen en ze de paniek niet aankon?”

“ZELF MOESTEN WE OOK EEN DREMPEL OVER”

Heftige interventie

Om te testen wat er zou gebeuren als Lexie een aanval zou krijgen met omstanders erbij, vroegen Lisa en Vera haar om toestemming om paniekaanvallen op te wekken. Vera: “Dat is best een heftige interventie, zeker in een groep met nóg iemand met paniekaanvallen en twee andere kwetsbare jongeren.” Door zwaar adem te halen wekte Lexie zelf een paniekaanval op. “Dat was niet prettig om te zien. Ze hyperventileerde soms een half uur lang, trilde hevig en kneep zichzelf om de aanval te laten stoppen. We hadden afgesproken dat wij niets zouden doen; Lexie moest middels dit gedrags experiment ontdekken of het klopte dat ze een paniek aanval niet aankon en er niet zelf uit kon komen.” Lisa vult aan: “Het voelde onnatuurlijk om niets te doen. Er waren momenten dat Vera en ik elkaar vragend aankeken of we dit echt moesten doorzetten. Dan is het fijn dat je na drie jaar zo goed op elkaar ingespeeld bent. We hadden vaak aan een blik naar elkaar al genoeg. We zijn doorgegaan en dat had gelukkig ook effect.”

Paniek op straat

Na zes sessies was Lexie trots dat ze de therapie had volgehouden en kwam ze zelf met suggesties voor oefeningen. Ze ging door tot het einde van de groepsbehandeling. De in totaal twaalf sessies bleken echter ontoereikend om ook met de schaamte rond de aanvallen aan de slag te gaan, dus besloten Vera en Lisa om daarna door te gaan met individuele exposure sessies; vijf bij Vera en vijf bij Lisa. “Toen zijn we ook echt de straat opgegaan om haar angstige verwachting te toet­sen. Wij als therapeuten hebben Lexie de drempel over geholpen door zelf een paniekaanval te simuleren, zodat zij kon observeren hoe omstanders hierop reageerden. Daarna was zij aan de beurt om de oefening aan te gaan. Niet alleen Lexie, maar ook wijzelf moesten daarbij een drempel over.” Lexie ontdekte al snel dat ze in staat was om met de paniek om te gaan en dat de schaamte haar niet zo parten speelde als ze op voor­hand had gedacht. Na de tien individuele sessies waren de paniekaanvallen teruggebracht van dagelijks naar wekelijks. Lisa: “Hoewel haar paniek niet over is, hebben we wel besloten de behandeling te stoppen. De paniek zit nu meer in coping, en daar past de schematherapie – die zij nu nog krijgt – beter bij.”

“ZE HYPERVENTILEERDE SOMS EEN HALF UUR LANG, TRILDE HEVIG EN KNEEP ZICHZELF”

Therapeutische houding

Vera: “Gaandeweg de behandeling slaagden we er steeds meer in de regie bij Lexie te laten, wat zij eerst nog moeilijk verdroeg. Dit heeft naar ons idee bijgedragen aan het behandelresultaat en daar zijn we dus best een beetje trots op. We beschouwen dit als een mooi werkmoment, omdat zowel wij als Lexie over drempels en aannames heen zijn gestapt, waardoor uiteindelijk een hele mooie samenwerking ontstond. Lexie heeft door deze exposurebehandeling ook haar vertrouwen in de hulpverlening hervonden.”

Misschien ook interessant voor jou