Boulimia nervosa

Patiënteninformatie voor zowel volwassenen als kind&jeugd

door VGCt
8 minuten leestijd

Cognitieve gedragstherapie (CGT) leert je om anders tegen moeilijke situaties aan te kijken en om daar anders mee om te gaan. De therapie gaat over gedachtes en gedrag, ofwel denken en doen. De eerste stap is om de klacht in kaart te brengen. Daarna werk je met de therapeut samen om je doelen te bereiken. Je onderzoekt in welke mate je gedachtes en gedrag helpend zijn. Dat doe je door samen na te denken en vooral door dingen uit te proberen. Vaak blijkt dat de situatie niet zo negatief is als je denkt (verwacht), maar je moet het eerst ervaren om het te geloven. Door deze aanpak verminderen je klachten. Je wordt sterker, voelt je veiliger en hebt meer controle. De mensen om je heen zijn ook belangrijk in de therapie en worden waar mogelijk betrokken om verder te komen.

Wat is een boulimia nervosa?

Boulimia nervosa is een eetstoornis waarbij iemand last heeft van eetbuien en het compenseren hiervan. Er is sprake van een eetbui als je een grote hoeveelheid voedsel in een relatief korte tijd eet en als je daarbij controleverlies ervaart. Uit angst om hierdoor aan te komen, ga je de eetbui compenseren door bijvoorbeeld te braken, te laxeren of extreem te sporten. Ook ga je lijnen om te proberen je gewicht onder controle te houden. Dit leidt uiteindelijk weer tot een volgende eetbui. Zo ontstaat een vicieuze cirkel die de obsessie met eten, niet eten en compenseren vergroot. Als je moeite hebt met het omgaan met emoties, kan dat ook nog van invloed zijn op het ontstaan van eetbuien.

Mensen met boulimia nervosa beoordelen zichzelf grotendeels op basis van hun uiterlijk of gewicht, en de controle die hierop
wordt uitgeoefend. Vaak hebben mensen met boulimia een gezond gewicht, waardoor aan de buitenkant niet te zien is dat er mogelijk een probleem met eten is.

Wanneer heb je hulp nodig?

Heb je last van eetbuien en compensatiegedrag (braken, laxeren of bovenmatig sporten) en ben je heel bang om aan te komen? Beheersen eten, uiterlijk en gewicht je gedachtes? Dan heb je mogelijk boulimia nervosa. Je hebt hulp nodig als je eetgedrag je normale, dagelijkse bezigheden belemmert.
Twijfel je of je hulp nodig hebt? Bespreek het met je huisarts.

Hoe ontstaat boulimia nervosa?

Er is niet één specifieke oorzaak aan te wijzen, maar er zijn wel risicofactoren die de kans vergroten dat iemand boulimia nervosa ontwikkelt. Genetische factoren of omgevingsfactoren kunnen invloed hebben (bijvoorbeeld als gezinsleden vaak aan de lijn doen of als je gepest bent). Ook zijn er mogelijk psychische factoren; je hebt bijvoorbeeld weinig zelfvertrouwen, je ent perfectionistisch of je vindt het moeilijk om je emoties te uiten.

In Nederland krijgen naar schatting 1 à 2 mensen per 100 inwoners boulimia nervosa, 90 tot 95% van hen is meisje/vrouw.

Wat is cognitieve gedragstherapie?

Cognitieve gedragstherapie (CGT) onderzoekt de samenhang tussen gebeurtenissen, gevoelens, gedachten en gedrag. Het is een actieve therapie, waarbij je onderzoekt wat je klachten precies zijn en wat ze beïnvloedt. CGT is evidence based: uit onderzoek blijkt dat de behandeling werkt bij het verminderen van verschillende soorten klachten. Als je wilt weten of de CGT-behandeling wordt vergoed, kun je het beste contact opnemen met je zorgverzekeraar. Soms is een combinatie van therapie en medicijnen nodig. Wat voor jou het beste is, bekijk je samen met je behandelaar.

Wat kun je verwachten van een behandeling?

Boulimia nervosa wordt meestal poliklinisch behandeld. Bij zeer ernstige klachten kan ook een deeltijdbehandeling of klinische
behandeling overwogen worden. Een CGT-behandeling is gericht op afname van de eetbuien en het compensatiegedrag, en het aanpakken van instandhoudende mechanismen zoals de overwaardering van lichaamsvorm en gewicht, strikte dieetregels en emotieregulatieproblemen.

Je gedachtes over je lichaamsvorm of gewicht zorgen ervoor dat je bang bent om aan te komen. Met je therapeut bespreek je daarom eerst waarom je wilt veranderen. Je onderzoekt je gedachtes rondom eten en je gaat werken aan gedragsverandering. Dat doe je stap voor stap en samen met de therapeut; jij als expert van jezelf en de therapeut als expert op het gebied van CGT en eetstoornissen. Je rijgt onder andere uitleg over hoe eetstoornissen werken.

Het kan zijn dat je angst in het begin toeneemt omdat je tegen de eetstoornisgedachtes ingaat. Maar hoe meer je oefent, hoe verder de angst afneemt. Je werkt ook aan een gezond en volwaardig eetpatroon en je leert omgaan met honger- en verzadigingsgevoelens. Je krijgt uitleg over hoe je meer grip kan krijgen op eetbuien en compensatiegedrag en hoe je daarmee kan stoppen.

Een belangrijk deel van de behandeling gaat over hoe je de controle over je lichaamsvorm, je gewicht en je eetpatroon minder belangrijk gaat vinden. Je werkt aan een beter zelfbeeld en vermindering van psychosociale problemen. Aan het einde van de behandeling maak je ten slotte een terugvalpreventieplan. Naast CGT krijgen sommige mensen ook medicijnen voorgeschreven om hen te helpen minder eetbuien te krijgen.

Over de behandeling

De behandeling (individueel of in groepen) varieert van 12 tot 20 sessies. De sessies duren meestal 45 tot 60 minuten. Hoeveel sessies er precies nodig zijn, hangt af van de ernst van je klachten. Het kan zijn dat sommige klachten niet helemaal verdwijnen. De behandeling kan je dan wel helpen om er minder last van te hebben.

Wel of geen medicatie?

Er is enig bewijs dat medicatie helpt. SSRI’s (een vorm van antidepressiva) zijn effectief in het terugbrengen van het aantal eetbuien per week. Als de CGTbehandeling en/of antidepressiva geen effect hebben, noemt de zorgstandaard dat behandeling met Topiramaat overwogen kan worden.

Over de therapeut

Meestal krijg je cognitieve gedragstherapie van een therapeut die psycholoog is. Dat is iemand die een studie psychologie aan de universiteit heeft afgerond. Het is belangrijk dat je vertrouwen hebt in je therapeut en dat je samen tot goede afspraken komt over de behandeling. Vind je dingen niet prettig gaan in de behandeling? Dan mag je dat altijd zeggen. Of vraag om een andere therapeut als je er samen niet uitkomt.

Hoe vind je een geschikte therapeut?

Wil je er zeker van zijn dat de behandeling goed wordt gegeven? Ga dan naar een behandelaar die ingeschreven staat bij de VGCt. Dan krijg je een therapeut die goed opgeleid en nageschoold is. Vraag je huisarts ernaar of zoek in het VGCt-register op de VGCt-website.

Lees de volledige informatie (inclusief de extra tips) in de brochure hierboven. De brochure downloaden kan door op het pijltje te klikken in het scherm van de blader-pdf.

Misschien ook interessant voor jou