N=1 – Trauma’s verwerken

Terugblik op de eigen bekwaamheidsproef

door VGCt
7 minuten leestijd

Wie de opleiding tot cgt’er volgt, bewijst zijn of haar bekwaamheid onder meer met een N=1. In deze rubriek blikt een cgt’er terug op de eigen bekwaamheidsproef.

Annemarieke de Haan

Functie:
Gz-psycholoog en psychotherapeut in opleiding tot specialist

Werk:
Annemarieke werkt nu ruim zes jaar als gz-psycholoog bij GGzE in Eindhoven.  Daar voerde ze ook haar N=1 uit.  Afgelopen januari rondde ze haar opleiding tot psychotherapeut af. Annemarieke is nu in opleiding tot klinisch psycholoog.

Tulin is 46 jaar en komt bij Annemarieke de Haan met angstklachten, slaapproblemen, stemmen in haar hoofd en negatieve cognities. Ze denkt veel terug aan trauma’s uit het verleden. Hierdoor is ze altijd alert, durft ze geen tv te kijken en gaat ze bijna de deur niet meer uit. Dit om maar geen dingen tegen te komen die haar aan haar verleden doen denken. Tulin verlangt naar rust in haar hoofd, minder angst en een betere nachtrust. Na de diagnose PTSS zet Annemarieke EMDR in om patiënte te behandelen.

Het is goed om te weten dat deze casus onderdeel is van de studie RE.PROCESS, een wetenschappelijke studie waarin de werkzaamheid van trauma-behandeling bij PTSS en psychose wordt onderzocht. Verschillende psychologen, waaronder Annemarieke, nemen deel aan deze studie. De behandeling verloopt volgens protocol en de behandelmethode wordt middels randomisatie gekozen. De behandelopties die in deze studie worden vergeleken met een wachtlijstconditie zijn EMDR, prolonged exposure en cognitieve herstructurering. Er zijn verschillende supervisoren betrokken bij dit onderzoek: Agnes van Minnen (PE), Ad de Jongh (EMDR), Carlijn de Roos (EMDR) en Amy Hardy (CR). Elk van hen nam een therapie voor zijn of haar rekening, met de bedoeling te borgen dat de therapie volgens protocol wordt aangeboden en dat hiervan niet wordt afgeweken. Tulin wordt ingeloot bij EMDR, Annemarieke heeft hier zelf geen invloed op.

Diagnostiek

Mogelijk is de PTSS al in haar jeugd ontstaan toen Tulin veel nare dingen meemaakte. Onder andere misbruik, verwaarlozing en parentificatie zijn de oorzaak van haar trauma’s en klachten.

Traumahiërachie

Annemarieke brengt eerst alle trauma’s van Tulin in kaart en zet die hiërarchisch onder elkaar: van meest beladen tot minst beladen. De a-waardige trauma’s, de herinneringen die voldoen aan PTSS, worden als eerste aangepakt.

EMDR

Tulin vindt de EMDR-behandeling spannend, maar is erg gemotiveerd omdat ze nu eindelijk af wil van de klachten waarmee ze al jaren rondloopt. Toch is ze voor de eerste behandeling erg angstig, wat het voor Annemarieke een uitdaging maakt om door te gaan en haar te motiveren.  Als dat lukt en de behandeling aanslaat, is Tulin om en gaat ze vol enthousiasme de andere EMDR-sessies in. In de eerste acht EMDR-behandelingen verwerkt Tulin haar acht meest beladen trauma’s.

Tussentijdse evaluatie

Na negen sessies houden Annemarieke en Tulin een tussentijdse evaluatie. Ze evalueren de hersteldoelen en sturen waar nodig de behandeling bij. Hoewel de eerste behandelingen goed blijken te zijn aangeslagen, komt Annemarieke er ook achter dat Tulin behalve herinneringen aan het verleden ook last heeft van nare beelden over de toekomst, zogenoemde flashforwards. Daarop besluit ze de nare toekomstscenario’s van patiënte ook met EMDR te behandelen. Hierna is er ook nog ruimte om de nare psychosegerelateerde herinneringen te behandelen.

PTSS-klachten weg

Na zestien sessies wordt het behandeldoel bereikt: Tulins PTSS-klachten zijn helemaal weg. Patiënte slaapt beter, durft weer naar buiten en met mensen te praten, kan weer een film afkijken en pakt haar vrijwilligerswerk weer op. Omdat deze case onderdeel is van de RE.PROCESS-studie, wordt Tulin na twaalf maanden weer gecheckt en ook dan zijn haar PTSS-klachten nog steeds helemaal weg.

Terugblik

Annemarieke: “Ik kijk positief terug op deze behandeling. Niet alleen omdat het behandeldoel is bereikt, maar ook omdat het leuk is om te zien hoe snel iemand kan opknappen en zelf weer veel meer dingen kan oppakken. Naar buiten met de kinderen, zonder angst iets opzoeken op internet, Tulin was zelf ook flabbergasted dat ze dat allemaal weer zo snel durfde. Ik ben vooral trots op de eerste twee sessies, omdat Tulin daar veel weerstand gaf en haar angst ook op mij projecteerde. Door vol vertrouwen door te gaan en patiënte te motiveren en haar te laten zien dat het echt werkt, denk ik dat de rest van de behandeling ook zo goed is verlopen. Hierin was ook het vertrouwen en de feedback van de supervisoren die gekoppeld zijn aan de studie belangrijk. Ik voelde me gesteund om door te behandelen, ondanks dat het best spannend was. Wat enigszins belemmerde is dat ik me aan de protocollen van de studiecase moest houden. Ik had zelf bijvoorbeeld ook graag exposureopdrachten ingezet. Tegelijkertijd was het ook wel fijn om aan één methodiek vast te houden. Ik zou andere psychologen zeker aanraden om een keer deel te nemen aan een wetenschappelijke studie. Je leert hoe je een geprotocolleerde behandeling goed en gestructureerd uitvoert en wat er allemaal komt kijken bij wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast draag je bij aan het dichter bij elkaar brengen van wetenschap en klinische praktijk en krijg je goede en persoonlijke supervisie van de experts uit het vak. Hierdoor kun je jezelf als therapeut enorm ontwikkelen. Bovendien moet je na elke sessie jezelf beoordelen op je fidelity en regelmatig video’s van sessies terugkijken; iets wat ik in het begin best lastig vond, maar daar heb ik uiteindelijk wel het meest van geleerd.”

Misschien ook interessant voor jou