N=1 – Metacognitieve vaardigheden bevorderen

Terugblik op de eigen bekwaamheidsproef

door VGCt
7 minuten leestijd

Wie de opleiding tot cgt’er volgt, bewijst zijn of haar bekwaamheid onder meer met een N=1. In deze rubriek blikt een cgt’er terug op de eigen bekwaamheidsproef.

Burcu Guler-Dursun

Functie:
Cognitief gedragstherapeut

Werk:
Burcu werkt vijf jaar bij HSK in Enschede en is sinds 1 oktober 2022 officieel cognitief gedragstherapeut. Bij HSK heeft zij ook haar N=1 uitgevoerd. Ze studeert nu door voor gz-psycholoog.

Vera is 31 jaar en komt bij Burcu Guler-Dursun met dwang- en sociale angstklachten en trekken van een vermijdende persoonlijkheidsstoornis. Ze heeft last van de overtuiging dat de gezondheid van haar naasten verslechtert en dat er door haar gedachten mogelijk zelfs iemand overlijdt. Cliënte probeert dit te voorkomen door dwangmatig gedachten te neutraliseren door middel van positieve gedachten. Ze vermijdt ook informatie over ziekte en dood door niet meer naar het nieuws te kijken. De ziekte van haar broertje lijkt een luxerende factor voor haar dwangklachten. Daarnaast bezorgt het onderhouden van sociale contacten haar veel spanning en heeft Vera angst om afgewezen of negatief beoordeeld te worden. Vera geeft aan het meeste last te hebben van de dwangklachten, dus daar start Burcu de behandeling mee.

De behandeling is in eerste instantie gebaseerd op het protocol bij een obsessief compulsieve stoornis en wordt later aangevuld met interventies voor het verminderen van sociale angst, veranderen van de vermijdende gedragspatronen en het versterken van de losmaking en autonomie bij cliënte. De behandeling is gericht op cognitief gedragstherapeutische principes en bestaat uit 23 sessies.

ERP

Burcu start met exposure en responspreventie (ERP) om ervoor te zorgen dat Vera haar dwanghandelingen niet meer uitvoert. Als Vera zich bijvoorbeeld aankleedt en iets negatiefs denkt, moet ze zich van zichzelf opnieuw aankleden, maar dan met een positieve gedachte. Burcu geeft haar de opdracht om dat niet meer te doen. Daarbij legt ze veel uit en motiveert ze Vera om ERP uit te voeren. Ondanks dat Vera het moeilijk vindt en af en toe een terugval heeft, kan ze de opdrachten vaak succesvol volbrengen. Haar dwangklachten verminderen.

Metacognitieve technieken

Naast ERP zet Burcu ook metacognitieve technieken in. Omdat Vera ervan overtuigd is dat haar naasten ziek worden of doodgaan als zij daaraan denkt, laat Burcu haar tijdens een behandeling proberen om de klok in de behandelkamer met haar gedachten te laten vallen. Omdat dit Vera niet lukt, realiseert ze zich dat ook haar dwanggedachten niet uit hoeven te komen. Haar dwanggedachten verminderen.

Grootste angst komt uit

Net als Vera grote stappen maakt in haar behandeling, hoort ze dat haar broertje ongeneeslijk ziek is. Burcu merkt dat Vera’s klachten direct weer toenemen en vindt het lastig hoe nu verder te behandelen. Na al die behandelingen en nieuwe overtuigingen komt Vera’s grootste angst nu immers toch uit. Na overleg met haar supervisor besluit Burcu verder te gaan met metacognitieve technieken en cliënte te leren dat niet al haar dwanggedachten uitkomen.

 “ NET ALS VERA GROTE STAPPEN MAAKT, HOORT ZE DAT HAAR BROERTJE ONGENEESLIJK ZIEK IS”

Cliënte breekt behandeling af

Als Vera in verband met haar zieke broertje voor haar gevoel geen tijd en ruimte meer heeft voor de sessies, kiest ze ervoor de behandeling voortijdig te beëindigen. Er vindt een evaluatiegesprek plaats en Burcu zet een terugvalpreventieplan op. Zij adviseert Vera om, wanneer zij er klaar voor is, de behandeling weer op te pakken en nader onderzoek te laten doen naar persoonlijkheidsproblematiek.

Verschuiving in dynamiek

Na de behandeling is er geen sprake van herstel; klachten persisteren. De doelen zijn niet volledig behaald. Het nieuws over Vera’s broertje zorgt mogelijk voor het vervallen in oude patronen en een toename in klachten. Er is wel sprake van een verschuiving in de dynamiek van de dwangklachten. De geloofwaardigheid van de disfunctionele opvatting over het voorkomen van ziekte en dood bij naasten door dwanghandelingen is verminderd.

Terugblik

Burcu: “Het was een pittige behandeling die voor mij niet als ‘af’ voelt, omdat de behandeling voortijdig is gestopt. Het eindresultaat was dan ook geen herstel, iets wat je als therapeut graag wil bereiken. Als ik het opnieuw kon doen, had ik in de beginfase meer onderzoek gedaan naar Vera’s persoonlijkheidsproblematiek. Als ik had geweten dat die zo hardnekkig was, had ze misschien beter een andere behandeling kunnen krijgen. Op het gebied van dwangklachten heb ik haar wel nieuwe inzichten kunnen geven. Vera wist na de behandeling dat haar gedachten veel minder invloed hebben dan ze zelf dacht én dat zij niet verantwoordelijk was voor de dingen die om haar heen gebeurden. Daar ben ik trots op. Het moeilijkste moment in de behandeling was het nieuws dat haar broertje ongeneeslijk ziek was. Haar grootste angst kwam uit terwijl ze net was gestopt met haar dwanghandelingen. De theorie die wij hadden behandeld – dat er niets vervelends zou gebeuren zonder die dwanghandelingen – klopte in de realiteit dus niet, vanuit haar logica. Zo’n situatie had ik nog niet eerder meegemaakt. Daarom heb ik samen met mijn supervisor overlegd wat te doen. Ik ben verdergegaan met de metacognitieve technieken, maar achteraf gezien had ik aan die technieken nog meer aandacht aan kunnen besteden. Ook merkte ik te laat op dat Vera erg passief en vermijdend is en ik me daardoor soms te oplossingsgericht opstelde. Bij een vermijdende persoonlijkheidsstoornis wil je dat de cliënt zelf in mogelijkheden gaat denken, daarvoor had ik meer achterover kunnen leunen. Al met al was er door het voortijdig stoppen van de behandeling geen sprake van herstel, maar heeft Vera wel stappen gemaakt.”

Misschien ook interessant voor jou