Modulaire training voor depressiepreventie bij jongeren

STARr-training voorkomt dat jongeren écht in een depressie raken

door VGCt
10 minuten leestijd

Voor jongeren die kampen met somberheidsklachten is een nieuwe training ontwikkeld: de STARr-training. Doel van de training is dat jongeren vaardigheden leren om beter te kunnen omgaan met moeilijke situaties, zodat hun somberheid vermindert. Als promovendus bij het Trimbos-instituut ontwikkelde Marieke van den Heuvel deze training en deed ze onderzoek naar de effecten. “De STARr-training is een preventieve training die via nuldelijns- of eerstelijnszorg gegeven kan worden. Juist om te voorkomen dat jongeren écht in een depressie raken.”

“De STARr-training is gebaseerd op cognitieve gedragstherapie,” vertelt Marieke. “CGT voor depressie bestaat vaak uit vaststaande protocollen. In ons onderzoek werd CGT opgesplitst en werden vier trainingsmodules van ieder drie sessies ontwikkeld: probleemoplossing (Solve), cognitieve herstructurering (Think), gedragsactivatie (Act) en ontspanning (Relax). Deze vier modules worden de ‘STARr-training’ genoemd. De training werd in eerste instantie ontwikkeld voor het onderzoek maar wordt nu volop in de praktijk gebruikt.”

De vier modules kort samengevat

Marieke van den Heuvel (Foto: Niek Stam)

In de module Solve leren jongeren vaardigheden om met hun dagelijkse struggles om te gaan. Ze worden bijvoorbeeld gepest op school, maar het kan ook om iets heel anders gaan. In deze module maken ze kennis met een stappenplan om die problemen te lijf te gaan.
De module Think leert jongeren negatieve gedachten te herkennen. “Jongeren met een (beginnende) depressie denken vaak dat ze niets waard zijn, niets kunnen of dat hen nooit iets lukt,” stelt Marieke. “Think leert ze die gedachten te herkennen en uit te dagen. Want hoe geloofwaardig zijn die gedachten nu helemaal? Vervolgens leren ze zo’n gedachte om te buigen naar juist een helpende gedachte.”
De module Act richt zich op jongeren die teruggetrokken zijn. “Soms komen jongeren hun bed niet eens meer uit. Ze zitten op hun kamer, doen niet mee met het gezin en spreken niet af met vrienden,” zegt Marieke. De focus ligt in deze module op het herkennen van de negatieve spiraal waar ze in zitten. Ze leren dat ze een blij gevoel kunnen activeren door weer leuke dingen te gaan doen. Dat begint klein, bijvoorbeeld door een wandelingetje te maken of even te knuffelen met de kat, en kan steeds verder worden uitgebreid.
Ten slotte is er de Relax-module, die zich richt op het herkennen van lichamelijke stressklachten als buikpijn, hoofdpijn en ademhalingsklachten. Om daarmee te leren omgaan, gaan jongeren in deze module aan de slag met ontspanningsoefeningen. De kleine ‘r’ in STARr staat voor ‘repeat’. De ervaring van Marieke is dat jongeren vaak iets één keer doen en dan zeggen dat ze geen verschil merken. “Maar het gaat er natuurlijk om dat je met die vaardigheden gaat oefenen en dat je ze uitprobeert in de praktijk van alledag. Juist door herhaling maak je je die vaardigheden eigen.”

Screenen op depressie

“Jongeren komen niet uit zichzelf naar ons toe,” stelt Marieke. “Daarom is screening, bijvoorbeeld door de GGD, zo belangrijk. De jongeren vullen vragenlijsten in en diegenen die verhoogd scoren op depressieve klachten kunnen dan een training krijgen. En soms pikt een docent signalen op in de klas.” De STARr-training is een preventieve training die via nuldelijns- of eerstelijnszorg gegeven kan worden, juist om te voorkomen dat jongeren écht in een depressie raken. De jongeren hebben vaak het idee dat de trainer hun problemen gaat oplossen, maar zo werkt dat natuurlijk niet. Ze moeten zelf aan de slag. Doel van de training is dat jongeren weerbaar worden en dat ze een gegeneraliseerde set van vaardigheden hebben die ze kunnen toepassen. Ook als ze op een later moment met moeilijke gebeurtenissen geconfronteerd worden.

Samen aan doelen werken

De STARr-training is een groepstraining, geen onlinebehandeling. Groepjes bestaan uit zes tot acht jongeren. Marieke merkt dat jongeren in het begin vaak terughoudend zijn. “Ze vinden het helemaal niets dat ze in groepjes van alles moeten gaan bespreken. Maar na een aantal bijeenkomsten zie je dat ze het eigenlijk heel fijn vinden. Ze herkennen zich in anderen en kunnen samen aan hun doelen werken. Soms zijn het jongeren die een beetje buiten de groep vallen en wat teruggetrokken zijn. Dan is dit een goede manier om anderen te leren kennen.”

Geen one size fits all pakket

Maakt het uit in welke volgorde de verschillende modules aangeboden worden? Dat was een vraag die in het onderzoek centraal stond. Maakt het uit of je start met Think en daarna Act kiest, of andersom? “We onderzochten vier volgordevariaties,” zegt Marieke. “Alle volgordes zorgden voor een even grote daling in depressieve symptomen direct na de training en na een half jaar. De volgorde van de modules maakt dus niet uit voor het effect. Voor professionals is dat prettig omdat ze dan kunnen variëren met de volgorde, afhankelijk van wie ze voor zich hebben. Dat past goed bij de wensen van trainers én jongeren. Die willen geen one size fits all pakket. De trainer heeft nu de vrijheid om de methode af te stemmen op het individu of de groep.” De vier losse modules zijn ook onderling vergeleken. Eén module van drie sessies bleek onvoldoende om depressieve symptomen af te laten nemen, onafhankelijk om welke module het ging. Maar dat wil volgens Marieke niet zeggen dat het helemaal niets deed. “Jongeren bleken na een aantal sessies al wel aan persoonlijke doelen te werken. Dat ze minder last hebben van schoolstress of het minder spannend vinden om iets af te spreken, bijvoorbeeld.”

“ DE TRAINER HEEFT NU DE VRIJHEID OM DE METHODE AF TE STEMMEN OP HET INDIVIDU OF DE GROEP”

Afstemmen op het individu

Marieke wil het liefst de training afstemmen op het individu. Maar dat is lastig in een groep. “Ik heb er wel ideeën over, maar die moeten we nog onderzoeken. Zo kun je vooraf kijken wat de voornaamste klachten zijn. Op basis daarvan deel je de groepjes in. We zetten jongeren die écht piekeren bij elkaar en starten met Think. Met jongeren die veel stress en lichamelijke klachten als hoofd- en buikpijn ervaren, starten we met Relax, bijvoorbeeld.” Het laten wisselen van de samenstelling van de groep is een ander idee. “Jongeren kunnen zich dan inschrijven op modules en bezoeken elke keer een andere module, zodat ze steeds een andere groepssamenstelling en een andere trainer hebben. Op die manier kan je een groepstraining  meer afstemmen op het individu.”

Financiering

“Ik heb berekend dat depressieve symptomen bij adolescenten onze maatschappij veel geld kosten, zo’n 42 miljoen euro per jaar. Daarom is het belangrijk dat de overheid structurele financiering beschikbaar stelt voor depressiepreventie,” vindt Marieke. “Maar helaas gebeurt dat niet. In 2017 kwam de overheid met een meerjarenprogramma depressiepreventie. Daar stond in dat in 2030 het aantal mensen met een depressieve diagnose met dertig procent gedaald zou moeten zijn. In 2020 was er nog niets veranderd. En nu, weer drie jaar verder, verwacht ik nog steeds weinig verandering, onder andere omdat door corona de klachten juist weer zijn toegenomen.”

“ HET IS BELANGRIJK DAT DE OVERHEID STRUCTURELE FINANCIERING BESCHIKBAAR STELT VOOR DEPRESSIEPREVENTIE”

Structurele aanpak juist belangrijk

“Overigens denk ik dat de overheid echt wel wil,” besluit Marieke. “Er zijn allemaal plannetjes, maar het zijn vaak eenmalige initiatieven (een keer een spotje op tv of bijeenkomsten door het land) en geen structurele aanpak. En ik denk dat juist dát heel belangrijk is. Evenals het structureel screenen op middelbare scholen met behulp van een vragenlijst. Per regio verschilt het nu nog heel sterk hoe goed dat wordt gedaan. Ook is het belangrijk dat een kosteneffectief hulpaanbod beschikbaar is. Om aan te sluiten bij de wensen en voorkeuren van jongeren zelf, kunnen flexibele modulaire preventieve programma’s zoals de STARr-training prima worden ingezet.”

Misschien ook interessant voor jou